OPG intermediate unit 44, 45, 46 modal verbs ability, permission, possibility


Modal Verbs
kunnen, en mogen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Modal Verbs
kunnen, en mogen

Slide 1 - Slide

Which Modal Verbs
(kunnen, moeten, mogen)
do you already know?

Slide 2 - Mind map

Welke modals zijn er?
44. ability(vaardigheid): can/could/be able to

45. permission (toestemming): can/may/could/be allowed to

46. possibility and certainty (mogelijkheid en zekerheid): may/might/could/must

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Can & Be able to
1. Als je wilt zeggen dat iemand iets kan kun je can of be able to gebruiken.
2. Als je praat over vaardigheden dan gebruik je can, cannot en can't
3. Als je wilt zeggen dat iemand in staat is om iets te doen bijvoorbeeld naar een feestje gaan.
Zinnen met be able to zijn formeler dan can
4. als je wilt zeggen dat iemand iets kon gebruik je was / were able to + hele werkwoord.

Slide 5 - Slide

I ___ swim very well.
A
can
B
am able to
C
be able to

Slide 6 - Quiz

She ___ do the impossible.
A
is able to
B
am able to
C
are able to
D
be able to

Slide 7 - Quiz

I ___ come to your party tonight.
A
can
B
am able to
C
is able to
D
are able to

Slide 8 - Quiz

He ___ do that yesterday.
A
was not able to
B
were not able to
C
could not able to

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

May vs might
1. may / might + hele werkwoord om toestemming te vragen of zeggen dat iets niet is toegestaan. 'may' is mogen en 'might' is zou mogen.

2. May / Might + Hele werkwoord kunnen ook gebruikt worden om te zeggen dat iets mogelijk gaat gebeuren. Hierbij is might minder waarschijnlijk of hypotetisch

Slide 11 - Slide

be allowed to
1. be allowed to + hele werkwoord om te zeggen dat iets (niet) is toegestaan volgens de regels.

Slide 12 - Slide

... I ask you a question sir?
A
may
B
might
C
am I allowed to

Slide 13 - Quiz

.... smoke in the school?
A
may you
B
might you
C
are you allowed to

Slide 14 - Quiz

you ... (not) drive faster than 30km/h.
A
may not
B
might not
C
are not allowed to

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

You ... win the lottery. (you probably won't though)
A
may
B
might
C
could

Slide 17 - Quiz

I ... go to the disco tomorrow. (I probably will)
A
may
B
might
C
could

Slide 18 - Quiz

Daniel is worried. He ... get the job.
A
could not
B
may not
C
can not
D
might not

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Link