Lezen hoofdstuk 6

3H
Lezen hoofdstuk 6 opdracht 1
Pak alvast je Nederlands boek blz. 273
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3H
Lezen hoofdstuk 6 opdracht 1
Pak alvast je Nederlands boek blz. 273

Slide 1 - Slide

Groepen debat
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Alexie
Marco
Nikki
Sem
Luc
Ilse
Darius
Nina
Sam
Thijmen
Julia
Colin
Melissa
Daan
Stijn
Puck
Bilal
Anisa
Romijn
Lotte 
Brechtje
Katelyn
Diya

Slide 2 - Slide

Herhaling theorie lezen
Korte herhaling theorie lezen.
Opdracht 1 hoofdstuk 6 maken (zelfstandig)

Nodig: boek open op bladzijde 272/273

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1. Sluit de inleiding aan bij de titel? Leg je antwoord uit

Slide 10 - Open question

2. Formuleer een kernzin voor alinea 2

Slide 11 - Open question

3. Op welke manier zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?
A
Door een herhaling
B
Door een signaalwoord
C
Door een verwijswoord
D
Door een aankondigende zin

Slide 12 - Quiz

4. In alinea 4 is er sprake van oorzaak-gevolgrelaties. Welk signaalwoord voor dit verband herken je in alinea 3?

Slide 13 - Open question

5. Formuleer een kernzin voor alinea 4

Slide 14 - Open question

6. Het tussenkopje 'snel kapot' past alleen boven alinea 3. Formuleer een nieuw tussenkopje dat boven alinea 3 en 4 past

Slide 15 - Open question

7. Welke argumenten zal Greenpeace gebruikt hebben in het verzoek aan de bedrijven?

Slide 16 - Open question

8. Wat is de functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?
A
Argument
B
Bewering
C
Toelichting
D
Ontkenning

Slide 17 - Quiz

9. Formuleer voor alinea 7 een kernzin in de vorm van een advies.

Slide 18 - Open question

11. Wat is het tekstdoel van tekst 5?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 19 - Quiz

12. Van welke tekststructuur heeft tekst 5 de kenmerken?
A
voordelen-en-nadelenstructuur
B
bewering-en-argumentstructuur
C
probleem-en-oplossingstructuur
D
verschijnsel-en-verklaringstructuur

Slide 20 - Quiz

Einde
Je bent klaar, je mag de meet verlaten.

Slide 21 - Slide