Feiten, meningen en argumenten

Even oefenen
met feiten, meningen en argumenten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Even oefenen
met feiten, meningen en argumenten

Slide 1 - Slide

Sleep het feit of de mening naar het juiste vakje
Feit
Mening
Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius.
Ik vind het hier lekker warm.
Het is hier ijskoud!
Ik heb gewoon kippenvel!

Slide 2 - Drag question

In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'
Merijn leest nooit de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
Mark had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
Ali vindt dat Gouda een grote stad is.
feit
feit
feit
mening

Slide 3 - Drag question

Feit, mening of argument?

Hij praat heel snel.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 4 - Quiz

Feit, mening of argument?

Eindhoven telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 5 - Quiz

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 6 - Quiz

Feit, mening of argument?

Want je moet zoveel dingen tegelijk doen.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 7 - Quiz

Feit, mening, of argument?

Nederlandse les is saai.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.
A
Feit
B
Mening
C
argument

Slide 9 - Quiz

Een ....... kan je controleren
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 10 - Quiz