Les 9 (hoofdstuk 13)

• Onderwijswetenschappen
• Middelbare school
• vmbo lwoo, mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij les 9!

Vragen over huiswerk

Hoofdstuk 12 (naar de evenementenhal)

12.4 Scheidbare werkwoorden (herhaling)

Hoofdstuk 13 (naar vrienden)

13.1 en 13.2 Dialoog en woordenlijst, opdracht 1

13.3 Mening vragen en geven

Spreken

13.4 Praten over koetjes en kalfjes

Spreken

Pauze

13.5 Zullen (2) - belofte

Spreken

Huiswerk

Huiswerk voor volgende week

Planning

Wat heb je vandaag of deze week gedaan?

Schrijf één zin over je dag of week, in het perfectum of imperfectum, met een scheidbaar werkwoord.

Geef antwoord op de volgende vragen. Reageer met het reflexieve werkwoord tussen haakjes. 

De correcte zinnen lees je in de chat. 

Hoofdstuk 11, opdracht 8 (blz. 166)

Van de evenementenhal 

(hoofdstuk 12)...

... naar vrienden (hoofdstuk 13).

Heb je een vraag over les 8, het huiswerk, dialoog 13.1 of de woordenlijst 13.2?

1. Ja
2. Nee

U 

Maak de opdracht in tweetallen in de breakoutroom. Je kunt de antwoorden controleren (achterin het boek).

Opdracht 1, blz. 185

Vind je dat niet leuk? 

Jawel, ik vind dieren heel leuk en gezellig. Volgens mij zijn dieren ook goed voor de gezondheid. 

U 

Mening vragen: 

• Wat vind je van...?
• Hoe vind je...?

Mening geven:

• Ik vind... (object - adjectief)
• Ik vind Nederlands moeilijk. 
• Ik vind chocola lekker. 
• Later: "Ik vind dat..."

• Volgens mij... (werkwoord - rest) (inversie!)
• Volgens mij is duizend euro veel geld.
• Volgens mij houdt zij niet van patat. 

13.3 Mening vragen en geven (blz. 185)

Maak de opdracht in drietallen in de breakoutroom. Geef je mening en gebruik ik vind... en volgens mij... 

• Ik vind... (object - adjectief)
• Volgens mij... (werkwoord - rest) (inversie!)

Opdracht 3, blz. 186

Het weer

Het verkeer

Elkaar

Nog meer?

13.4 Praten over koetjes en kalfjes (blz. 186)

Opdracht 5, blz. 187

Als je over koetjes en kalfjes wilt praten, over welke thema's kun je dan praten?

Pauze

•  Wanneer gebruik je het werkwoord zullen nog meer?

• Ik zal...
• We zullen...
• Modaal werkwoord + infinitief

• Ik zal morgen eten koken. 
• We zullen volgende week op tijd in de les komen. 

Zullen (2) - belofte

1.  We kopen een cadeau voor Nadja.
2. Ik betaal het volgende rondje.
3. Ik schrijf het in mijn agenda. 
4. Ik spel mijn naam even.
5. We brengen de vakantiefoto's mee. 

Zullen (2) - belofte: opdracht 8 (5 zinnen)

1. Het is hier koud. (verwarming - aandoen)
2. Bij de makelaar: U kunt dit eerst met uw vriend overleggen. (morgen - bellen)
3. Ik kom graag morgenavond bij je eten. (spaghetti carbonara - maken)

Maak de rest van opdracht 9 in tweetallen in de breakoutroom.  Je kunt je antwoorden achterin het boek controleren. 

Opdracht 9, zullen - belofte (blz. 189)

Wat heb je geleerd deze les?

Maak ook de schrijfopdracht (zie Brightspace).

Succes met het huiswerk en tot volgende week!

Huiswerk