BK1_U3_revise 1

Je bent op een markt in Londen. Bedenk welke boodschappen je wilt kopen en hoeveel je nodig hebt.
Schrijf nu 2 vragen/zinnen op die je zou kunnen zeggen of stellen aan de verkoper. Maak 1 zin/vraag met 'any' of met 'some'. Maak 1 zin met this/these/that/those. Denk aan de geleerde zinnen.
timer
3:00
1 / 15
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Je bent op een markt in Londen. Bedenk welke boodschappen je wilt kopen en hoeveel je nodig hebt.
Schrijf nu 2 vragen/zinnen op die je zou kunnen zeggen of stellen aan de verkoper. Maak 1 zin/vraag met 'any' of met 'some'. Maak 1 zin met this/these/that/those. Denk aan de geleerde zinnen.
timer
3:00

Slide 1 - Open question

Planning
Three lessons left until the test

Goal of today: 
I can make correct sentences & use some/any/ in the right way. 

- Short quiz
- Worksheet / Extra explanation for some
- Practice vocab & stones

Slide 2 - Slide

Correct sentences => word order

Slide 3 - Slide

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
3/8
waar
doet
wie
wat
wanneer

Slide 4 - Drag question

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
5/8
in the pool
Bob
dives
every morning

Slide 5 - Drag question

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
7/8
I
have
homework class
at school
every Thursday

Slide 6 - Drag question

Vertaal deze zin:
Wij ontbijten elke ochtend in de keuken.

Slide 7 - Open question

Some, Any

Slide 8 - Slide

Ik gebruik 'some' bij....

Slide 9 - Open question

Ik gebruik 'any' bij....

Slide 10 - Open question

Kies de juiste zin:
A
I have some apples
B
I have any apples

Slide 11 - Quiz

Do you have ___ pets?
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

I don't have ______ milk in the fridge.
A
Some
B
Any

Slide 13 - Quiz

Je staat bij een marktkraam waar ze nog veel bananen hebben liggen.
Je vraagt: Can I have some bananas please? Is dit correct?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Oefenen, oefenen, oefenen

Wat: Maak het werkblad. 
Hoe: Zelfstandig. 
Hulp: aantekeningen, buur. 
Tijd: 12 min. 
Uitkomst: nakijkblad.
Klaar: Eerst nakijken, dan: zie hiernaast. 

Nagekeken? Maak dan een keuze:

- In tweetallen een dictee, 5 woordjes NL, 5 woordjes EN. Wissel om. 
- Quiz theme words en/of grammar in Step Stones online => zie planning
- Oefen grammatica in Step Stones online => planning. 

Quiz & grammar oefenen is huiswerk voor donderdag.

Slide 15 - Slide