Schooltaalwoorden - oefening

Schooltaalwoorden - oefening

Welk woord past bij onderstaande definitie:

gebruiken, omgaan met

1. verrichten
2. differentiëren
3. hanteren
4. verwerven

Welk woord past bij onderstaande definitie:

in het begin

1. huidig
2. aanvankelijk
3. recent
4. inmiddels

Welk woord past bij onderstaande definitie

zo goed als

1. vrijwel
2. circa
3. talloos
4. exact

Welk woord past bij onderstaande definitie

een werking van iets

1. een omvang
2. een functie
3. een methode

Welke verklaring is juist?

systematisch

1. Het op een georganiseerde en methodische manier uitvoeren van iets.
2. Een werkwijze waarbij toevallige keuzes centraal staan.
3. Het volgen van regels die constant veranderen afhankelijk van de situatie.
4. Een manier van werken die volledig afhankelijk is van intuïtie en improvisatie.

Welke verklaring is juist?

constateren

1. Het bedenken van iets dat nog niet bestaat.
2. Het twijfelen over een waarneming die je hebt gedaan.
3. Het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen.
4. Het vaststellen of opmerken van iets.

Welke verklaring is juist?

differentiëren

1. Het combineren van verschillende elementen tot één geheel.
2. Onderscheid maken tussen zaken of onderdelen.
3. Het volledig verwijderen van verschillen tussen dingen.
4. Het willekeurig kiezen van opties zonder een patroon te volgen.

Welke verklaring is juist?

verrichten

1. Het uitstellen van een taak tot een later moment.
2. Het volledig beëindigen van een activiteit.
3. Het plannen van een taak zonder deze daadwerkelijk uit te voeren.
4. Een handeling uitvoeren of iets doen.

Welke verklaring is juist?

talloos

1. Zó veel dat het niet te tellen is.
2. Een specifiek aantal dat je gemakkelijk kunt optellen.
3. Een hoeveelheid die altijd precies hetzelfde blijft.
4. Een situatie waarin er helemaal niets aanwezig is.

Welk woord past in deze zin:

Bij wiskunde gebruiken we soms een speciale ... om moeilijke sommen op te lossen.

1. omvang
2. functie
3. methode

Welk woord past in deze zin?

Om dit recept te laten slagen, moet je ... 100 gram boter gebruiken.

1. vrijwel
2. exact
3. systematisch
4. inmiddels

Welk woord past in deze zin

De leraar probeerde op een rustige manier de boodschap ... dat er volgende week een toets is.

1. te verwerven
2. te verrichten
3. te constateren
4. over te brengen

Welk woord past in deze zin?

De trein was vertraagd, maar ... is hij toch aangekomen.

1. circa
2. huidig
3. inmiddels

Vul het passende woord in:
Hij gaf een ... (uitgebreid) verslag van zijn reis naar Amerika.

Vul het passende woord in:
De ... van het schilderij was zo groot dat het niet door de deur paste.

Vul het passende woord in:
De ... temperatuur is veel hoger dan die van vorig jaar rond deze tijd.

Vul het passende woord in:
De ... (nieuwe) update van de app heeft heel veel nieuwe functies toegevoegd.

Vul het passende woord in:
Door hard te studeren kun je veel nieuwe kennis ... .

Vul het passende woord in:
Het is ... om nog meer suiker toe te voegen; de cake is al zoet genoeg.