Gesprek in een hotel

1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

¿Qué prefieres en un hotel?
¿Piscina o gimnasio?

Slide 4 - Open question

Docent reikt luisteroefening+ fragment uit via teams.
Hotel Santa María en/of En la recepción. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

6

Slide 7 - Video

00:24
"Servicio": Service, Faciliteit
Welke kamertypes ken je?

Slide 8 - Mind map

00:24
"Servicio": Service, Faciliteit
Noem 3 diensten/ faciliteiten van het hotel
->

Slide 9 - Mind map

00:32
Hier, zegt de receptionist, "¿en qué puedo ayudarle?
Maar wat is een andere manier om hetzelfde te vragen ?

¿En qué puedo....?
Ayudarle: "U helpen"
A
tomarle
B
servirle
C
llamarle
D
traerle

Slide 10 - Quiz

00:46
Vertaal deze zin:

"Una habitación doble y otra individual para esta noche, desayuno incluido"
Esta: Deze, dit

Slide 11 - Open question

01:09
Hier de receptionist vraagt naar "la tarjeta de identificación".

Wat zijn andere gegevens die men vraagt bij het invullen van een reserveringsformulier? Geef antwoord in het Spaans

Slide 12 - Open question

01:34
Hoe zeg je "1.de lift", "2. de sleutel" en "3. het ontbijt" in het Spaans?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

aparcar en el hotel?
cuesta la habitación por noche?
pagar con tarjeta de crédito.
desayunar en el hotel con su colega.
equipaje?
reservar para dos noches, dos habitaciones individuales. 
piscina y gimnasio?
Tenemos un coche. ¿Podemos... 
Usted puede
¿Cuánto
¿Usted tiene
¿El hotel tiene
Queremos
El desayuno está incluido. Pueden

Slide 15 - Drag question

Wat is het verschil tussen "cuánto" en "cuántas"?
Geef hier een voorbeeld met beide

Slide 16 - Open question

Maak deze vraag af:

¿Hay una.... libre?

Slide 17 - Open question

Maak deze vraag af:

¿Podemos...... en el hotel?

Slide 18 - Open question

Kies het juiste woord om deze vraag af te kunnen maken.
(Meerdere antwoorden mogelijk)

¿Tiene....?
A
Piscina
B
Desayuno
C
Querer
D
Equipaje

Slide 19 - Quiz


Welk werkwoord gebruiken we om over wensen te praten? Geef één voorbeeld.

Slide 20 - Open question


Welk werkwoord gebruiken we om over wensen te praten? Geef één voorbeeld.

Slide 21 - Open question

Maak opdrachten uit reader
Reader  pagina 82-86 opdracht 90-96

Slide 22 - Slide