Gesprek in een hotel
1 / 16
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
"Servicio": Service, Faciliteit
Brainstorm! Schrijf zo veel woorden mogelijk
in de context: HOTEL
in de context: HOTEL
Slide 5 - Mind map
Hier, zegt de recepcionist, "¿en qué puedo ayudarle?
Maar in het boek staat...
¿En qué puedo....?
Maar in het boek staat...
¿En qué puedo....?
Ayudarle: "U helpen"
A
tomarle
B
servirle
C
llamarle
D
traerle
Slide 6 - Quiz
Je wilt een tweepersoonskamer reserveren,
wat zeg je in het Spaans?
Slide 7 - Open question
Hoe vraag je in het Spaans:
Voor hoeveel personen?
Voor hoeveel nachten?
Voor hoeveel personen?
Voor hoeveel nachten?
Slide 8 - Open question
Hoe vraag je in het Spaans...
Wat kost het?
Kan ik parkeren/ontbijten?
Wat kost het?
Kan ik parkeren/ontbijten?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
aparcar en el hotel?
cuesta la habitación por noche?
pagar con tarjeta de crédito.
desayunar en el hotel con su colega.
equipaje?
reservar para dos noches, dos habitaciones individuales.
piscina y gimnasio?
Tenemos un coche. ¿Podemos...
Usted puede
¿Cuánto
¿Usted tiene
¿El hotel tiene
Queremos
El desayuno está incluido. Pueden
Slide 11 - Drag question
Maak deze vraag af:
¿Hay una.... libre?
¿Hay una.... libre?
Slide 12 - Open question
Maak deze vraag af:
¿Podemos...... en el hotel?
¿Podemos...... en el hotel?
Slide 13 - Open question
Kies het juiste woord om deze vraag af te kunnen maken.
(Meerdere antwoorden mogelijk)
¿Tiene....?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
¿Tiene....?
A
Piscina
B
Desayuno
C
Querer
D
Equipaje
Slide 14 - Quiz
Maak deze zin compleet:
Quiero ... una habitación doble
Quiero ... una habitación doble
Slide 15 - Open question
Maak deze zin af:
Usted puede ... en el hotel
Usted puede ... en el hotel
