Welke vorm van derving is te zien op de afbeelding?
A
Bekende derving
B
Onbekende derving
C
Criminele derving
D
Niet-geregistreerde derving
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
MBO
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Welke vorm van derving is te zien op de afbeelding?
A
Bekende derving
B
Onbekende derving
C
Criminele derving
D
Niet-geregistreerde derving
Slide 1 - Quiz
Hoe reken je derving uit?
A
werkelijke voorraad- administratieve voorraad
B
administratieve voorraad - werkelijke voorraad
C
werkelijke voorraad - derving
D
administratieve voorraad - derving
Slide 2 - Quiz
Welke vorm van derving is te zien op de afbeelding?
A
Niet-geregistreerde verandering
B
Onbekende derving
C
Criminele derving
D
Niet-criminele derving
Slide 3 - Quiz
Een verpakkingseenheid noem je?
A
Collo
B
Colli
C
Derving
D
Unit
Slide 4 - Quiz
Wat is geen vorm van derving?
A
breuk
B
beschadiging
C
diefstal
D
manco
Slide 5 - Quiz
wat is geen transportmiddel?
A
dolly
B
rolcontainer
C
laadklep
D
laadkar
Slide 6 - Quiz
2. Je moet 15 pallets in een vrachtwagen laden. Je plaatst steeds drie pallets in de breedte naast elkaar. Op welke plekken plaats je de zwaarste pallets?
A
zwaarste pallet in het midden
B
zwaarste pallets afwisselend links en rechts
C
zwaarste pallets in het midden van de vrachtwagen
D
zwaarste pallets dicht tegen de cabine aanzetten
Slide 7 - Quiz
Welk transportmiddel zie je?
A
pompwagen
B
steekwagen
C
dolly
D
roll in
Slide 8 - Quiz
Een verticaal transportmiddel is een
A
niet heffend transportmiddel
B
heffend transportmiddel
C
stationair transportmiddel
D
alle onder a,b en c genoemde transportmiddelen
Slide 9 - Quiz
Voorbeeld van een transportmiddel in het magazijn is:
A
Reachtruck
B
Auto
C
Vrachtwagen
D
Reachtruck en schaarhoogwerker
Slide 10 - Quiz
Reachtruck
Hoog-bouwtruck
Heftruck
Slide 11 - Drag question
Welke hulpmiddelen kan je gebruiken voor ‘verticaal transport’?
A
rijplaat
steekwagen
B
rolcontainer
handpallettruck
C
vorkheftruck
reachtruck
D
Geen van allen
Slide 12 - Quiz
Medewerkers van de goederontvangst controleren:
A
juiste hoeveelheid, of de pakbon klopt
B
de tempratuur, of de pakbon klopt
C
tempratuur en de verpakking
Slide 13 - Quiz
1.
Welke stappen moet je nemen bij het ontvangen van een levering?
Zet de stappen in de goede volgorde
2.
3.
4.
Levering en juiste deel vrachtbrief aannemen
Pakket controleren
Tekenen voor ontvangst
Vrachtbrief administratief verwerken
Slide 14 - Drag question
Waarom is het belangrijk de vrachtbrief goed te controleren?
Slide 15 - Open question
Wat is geen voordeel van cross-docking?
A
Er wordt minder voorraad opgeslagen
B
minder voorraad betekent minder kosten
C
Goederen zijn later beschikbaar
D
Hogere servicegraad
Slide 16 - Quiz
Is een doorrolstelling FIFO, LIFO of beide?
A
FIFO
B
LIFO
C
Beide
D
geen van beide
Slide 17 - Quiz
5. Welke manier van vullen wordt gebruikt door een vulmedewerker op de versafdeling?
A
FIFO
B
LIFO
Slide 18 - Quiz
Wat gebeurt bij het FIFO-systeem?
A
Producten worden langer bewaard
B
Producten verlaten nooit de koeling
C
Opslag volgens indeling van producten
D
Minder verse producten worden eerst verkocht
Slide 19 - Quiz
Je baas moet jou uitleg geven over de betekenis van de waarschuwingsborden.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Welk soort magazijn voorziet meerdere filialen van voorraad?
A
open magazijn
B
gesloten magazijn
C
centraal magazijn
Slide 21 - Quiz
De voorraad in het magazijn en de winkel noem je de ..... voorraad
A
economische
B
magazijn
C
technische
D
winkel
Slide 22 - Quiz
Derwing
Administratieve voorraad
Werkelijk beschikbare voorraad
Het verlies van voorraad/
Het verschil in voorraad
Voorraad op papier of in het systeem
Voorraad die je telt
Slide 23 - Drag question
Waar staat WMS voor?
A
Warehouse Management System
B
Warehouse Media System
C
Warehouse Mobile System
D
Warehouse Mind System
Slide 24 - Quiz
De opslagmethode in het magazijn op de afbeelding is...