This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.
Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.
Geschreven om je te informeren of instrueren.
Voorbeelden:
Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek
Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Geschreven om je te vermaken.
Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn
fictie / non-fictie
verijdelen
mijden
baseren op
mechaniseren
ontrafelen