NN7 - Taal §1 - Standaardnederlands - 3H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

NN7 - Taal §1 - Standaardnederlands

Je leert vandaag:

• ...wat streektalen zijn en wat het verschil is tussen een dialect en een streektaal.
• ...hoe het Standaardnederlands is ontstaan.
• ...en het verschil tussen Standaardnederlands en een dialect.

Wordt in de plaats waar jij woont
naast Nederlands een dialect
gesproken? Zo ja, welk dialect
is dat?

Spreek jij dat dialect of ken je iemand
die dat dialect spreekt? Zo ja, wie?

Noteer een woord of zin in het dialect
van jouw woonplaats of een ander
Nederlands dialect en de
betekenis daarvan.

Lees de woorden a tot en met e in dialect/streektaal en de betekenissen. Maak de juiste combinaties.

hotel

advocaat

stofzuiger

aardappelen

vaatdoek

a blievingshoes (Limburgs)

b geliekproater (Gronings)

c huulbessem (Nedersaksisch)

d petoaten (Zeeuws)

e skottelslet (Brabants)

Pak nu je boek en ga naar bladzijde 92 en 93.

We lezen nu met elkaar de tekst 'Nederlandse talen'.

Leg in eigen woorden uit waarom de term ‘ABN’ is vervangen door ‘Standaardnederlands’

Leg in eigen woorden de overeenkomst en het verschil uit tussen enerzijds Fries en anderzijds Nedersaksisch en Limburgs.

We bekijken een  videofragment. Het is afkomstig uit een filmpje over het verdwijnen van het Brabants dialect. Luister goed naar wat er verteld wordt. Hierna komen er wat vragen over.

apps.noordhoff.nl

De mevrouw in de roze jas en Wim Daniëls spreken allebei in Brabants dialect. Wie van hen kunnen jullie het best verstaan?

De onderzoekster (aan tafel bij de presentator) licht het sleutelwoord van Wim Daniëls toe over de oorzaak van het verdwijnen van het Brabants dialect. Beschrijf in enkele zinnen wat dat sleutelwoord is en wat ermee bedoeld wordt.

Einde van deze les!