Leerjaar 2 Hoofdstuk 2.3 Lezen (deel 1)

Welkom!
Pak je boek, schrift en je pen, zet je tas op de grond.


Vandaag: 
Lezen Roomservice
Starten met H2.3 Lezen en 1.1 fictie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je boek, schrift en je pen, zet je tas op de grond.


Vandaag: 
Lezen Roomservice
Starten met H2.3 Lezen en 1.1 fictie

Slide 1 - Slide

lezen Roomservice

Slide 2 - Slide

Lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Tekstdoelen
  • Tekstopbouw
  • snap je het?
  • zelfstandig werken
  • afsluiting 5 min voor einde les

Slide 3 - Slide

Waar denk jij aan bij lezen?

Slide 4 - Open question

Doelen, in deze paragraaf leer je:
  • de tekstdoelen: informeren, overtuigen, activeren en amuseren;
  • verwijswoorden;
  • de indeling van een tekst herkennen;
  • signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen
De schrijver schrijft zijn tekst met een bepaalde bedoeling: 
het tekstdoel.


Slide 6 - Slide

Informeren
De schrijver geeft de lezer informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 7 - Slide

Amuseren
De schrijver wil dat de lezer plezier heeft in het lezen van de tekst. Een ander woord hiervoor is vermaken.

Slide 8 - Slide

Overtuigen


De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.
Voorbeelden van teksten zijn een recensie en een betoog.

Slide 9 - Slide

Activeren
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen; dat de lezer in actie komt.

Slide 10 - Slide

Welk plaatje hoort bij het tekstdoel: Informeren?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Welk plaatje hoort bij het tekstdoel: Amuseren?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welk plaatje hoort bij het tekstdoel: Overtuigen?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Welk plaatje hoort bij het tekstdoel: Activeren?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Opbouw van een tekst
Wat weet je nog?

Slide 15 - Slide

Opbouw van een tekst
Zie blz. 111

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Maak van hoofdstuk 2.3 Lezen, opdracht: 1 t/m 9, blz. 108 t/m 113
Hoe: Je maakt de opdrachten de eerste 10 minuten voor jezelf, daarna mag je FLUISTEREND overleggen met je naaste buur.
Hulp: Als je een vraag hebt, steek je je vinger op dan kom ik je helpen. 
Tijd: je hebt 20 minuten de tijd.
Klaar: Als je klaar bent start je met het onderdeel fictie vanaf blz. 8, lees de theorie en maak de opdrachten 1 t/m 6.

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Voor woensdag 6-11, maak van hoofdstuk 2.3 Lezen, opdracht: 1 t/m 9, blz. 108 t/m 113

Slide 18 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Open question