5.5 Sociale zekerheid_ 5.6 Werken nu en in de toekomst

1 / 39
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waarom investeert de overheid in het onderwijs?
A
Omdat het zorgt voor een slimme bevolking die minder gauw fouten zal maken.
B
Omdat ze daar later veel meer belasting op kunnen heffen.
C
Omdat het ervoor zorgt dat er meer gelijkheid zal zijn.
D
Omdat het zal leiden tot een goed opgeleide beroepsbevolking.

Slide 4 - Quiz

Het recht op gezondheidszorg is:
A
Een klassiek grondrecht
B
Een sociaal grondrecht

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN doel van het onderwijs?
A
Goed opgeleide beroepsbevolking
B
Ongelijkheid terugdringen
C
Sociale contacten
D
Talenten ontwikkelen

Slide 6 - Quiz

Waarom is er eigen risico?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

sociale verzekeringen
- verzekeringen waaraan iedereen die inkomen ontvangt verplicht bijdraagt, onderverdeeld in: 
1. Werknemersverzekeringen 
2. volksverzekeringen

Slide 11 - Slide

werknemersverzekeringen
- Gelden alleen voor werknemers! Door betalen van premies recht op: 
1. Werkloosheidswet (WW)
2. Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ)
3. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
--> uitgekeerd door UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen)

Slide 12 - Slide

Volksverzekeringen
Gelden voor iedereen, betaald door iedereen met een inkomen.
denk aan: 
1. AOW (algemene Ouderdomswet (AOW)
2. Algemene Nabestaandenwet (ANW)
3. Algemene Kinderbijslagwet (AKW)

Slide 13 - Slide

Tip!
Alles beginnend met een W: Werknemersverzekering
Alles beginnend met een A: Volksverzekering

Slide 14 - Slide

sociale voorzieningen
Geen aanspraak op werknemersverzekeringen/ onvoldoende inkomen: bijstand
- algemene bijstand: bedrag dat mensen nodig hebben om in levensonderhoud te voorzien
- bijzondere bijstand: ongewone, extra kosten
--> sinds invoering participatiewet: tegenprestatie vragen

Slide 15 - Slide

betaalbare sociale zekerheid

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

De tegenprestatie
voor een uitkering.
Hoe denk jij daar over?

Slide 18 - Mind map

(positieve) discriminatie & emancipatie

emancipatiebeleid: werkgevers worden gestimuleerd om mensen uit minderheidsgroepen in dienst te nemen. 
positieve discriminatie: maatregelen die minderheidsgroepen bevoordelen

Slide 19 - Slide

Het belangrijkste verschil tussen sociale verzekeringen en bijvoorbeeld een particuliere brandverzekering is dat sociale verzekeringen:

A
vrijwillig zijn
B
door marktwerking bepaald worden.
C
alleen door vakbonden zijn af te sluiten.
D
verplicht zijn.

Slide 20 - Quiz

Wat is geen manier waarop de overheid probeert om het socialezekerheidsstelsel betaalbaar te houden?
A
Misbruik van voorzieningen tegengaan
B
Gebruikmaken van positieve discriminatie
C
Verplichte sollicitatie, voor mensen met een uitkering
D
De AOW-leeftijd verhogen

Slide 21 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een werknemersverzekering?
A
ANW
B
AKW
C
AOW
D
WIA

Slide 22 - Quiz

De Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ) en de Algemene Ouderdomswet (AOW) zijn voorbeelden van:
A
werknemersverzekeringen
B
volksverzekeringen
C
sociale voorzieningen
D
sociale verzekeringen

Slide 23 - Quiz

Sociale zekerheid 
Gebruik blz 173
Sociale verzekeringen
2
3
4
5
6
9
Sociale voorzieningen
Werknemers-verzekeringen
Volksverzekeringen
Bijstand
WW
WULBZ
WIA
AOW
AKW

Slide 24 - Drag question

Opdrachten
Maak opdrachten 2,6,8 en 9
Hulp: Kijk terug naar blz. 172 t/m 175.
Klaar: Kijk alvast naar 5.6: Werken in de toekomst.
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat is straks jouw motivatie
om te werken?

Slide 27 - Mind map

Waarom werken we?
  • Materiële behoefte: inkomen.
  • Immateriële behoeften: opdoen van sociale contacten, verbeteren van status, erkenning.  

Werk vergroot de welvaart + welzijn van een samenleving. 

Slide 28 - Slide


Arbeidsethos


Het belang dat mensen aan werk hechten. 

  • Hoog arbeidsethos: positief over werk. 
  • Laag arbeidsethos: negatief, werk is iets vervelends (je kunt weinig van je leven genieten).

Slide 29 - Slide

Het arbeidsethos kan ook per land verschillen, wat voor land denk je heeft over het algemeen een hoog arbeidsethos?

Slide 30 - Open question

Arbeidsmarkt
De plaats waar vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.

  • Aanbod: beroepsbevolking (iedereen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor werk).
  • Vraag: werkgelegenheid. Als de vraag groter is dan het aanbod heb je een "overspannen arbeidsmarkt", andersom heb je veel werkloosheid.

Slide 31 - Slide


Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt


  1. Automatisering
  2. Flexibilisering
  3. Globalisering  

Slide 32 - Slide


Automatisering

Het vervangen van menselijke arbeid door machines en computers.

  • Kostenbesparing voor de werkgevers (loonkosten, minder fouten).
  • Nadeel: banen verdwijnen.
  • Voordeel: werknemers kunnen efficiënter werken, kunnen zich op meer uitdagende taken richten, meer banen in ICT.

Slide 33 - Slide


Flexibilisering


De ontwikkeling naar veel meer variaties in arbeidsrelaties en arbeidscontracten. 

  • Flexibele werkcontracten.
  • Nadeel: minder snel onderdeel van het bedrijf, werkgever kan minder snel in je investeren met een tijdelijk contract, kwetsbaar in tijden van crises.

Slide 34 - Slide



Globalisering




Door de wereldwijde handel raken economieën steeds meer met elkaar verbonden. Denk bv aan de EU.

Slide 35 - Slide

Denk samen met een klasgenoot eens na over de volgende stellingen.

  1. Mensen die een bijstandsuitkering hebben, willen niet werken.
  2. Door  AI (kunsmatige intelligentie)  zullen veel banen verdwijnen. Het zal het einde betekenen voor de verzorgingsstaat
  3. Iedereen die wil werken kan werken in Nederland ( je moet daarom soms een baan nemen onder je niveau).



Slide 36 - Slide

Hoe zie jij je toekomst als werkende?
(bijvoorbeeld: heb je een baan, thuis of de deur uit, vast of flexibel, veel of weinig IT?)

Slide 37 - Open question

Opdrachten
Maak opdrachten 5.6 vraag 6, 8, 9 en 10
Hulp: Kijk terug naar blz. 176 t/m 179.
Klaar: Kijk alvast naar 5.7: Verzorgingsstaten wereldwijd..
timer
15:00

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide