Soorten trauma's

Soorten trauma's 
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Soorten trauma's 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke soorten trauma's weet je nog?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Indeling trauma's 
  • neurotrauma
  • wervelletsel 
  • thoraxtrauma
  • buik- en bekkentrauma
  • extremiteitentrauma

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aan welk letsel denk je bij een neurotrauma?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Neurotrauma
  • commotio cerebri
       (hersenschudding)
  • contusio cerebri; (bewusteloosheid > 15 min)
  • schedelfractuur; buitenste gedeelte.
  • schedelbasisfractuur; binnenste gedeelte.
  • epidurale bloeding
  • subdurale bloeding

Slide 5 - Slide

epidurale bloeding = optreedt tussen het harde hersenvlies (de dura mater) en de schedel. Dit type bloeding ontstaat meestal als gevolg van een traumatisch hersenletsel, bijvoorbeeld door een val, verkeersongeluk of harde klap op het hoofd.
subdurale bloeding =  ophoping van bloed tussen het harde hersenvlies (dura mater) en het spinnenwebvlies (arachnoidea). Het ontstaat meestal door schade aan aderen, zoals de zogenaamde brugvenen, die het hersenweefsel met de aderen in de dura verbinden.
Bloedingen
  • epiduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het schedelbot
  • subarachnoïdale bloeding: hersenbloeding in de hersenvliezen tussen de hersenen en de schedel
  • subduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het hersenweefsel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke onderzoeken worden er gedaan bij een neurotrauma?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten bij neurotrauma
  • Observatie van het bewustzijn: Glasgow Coma Scale (GCS). Hierbij wordt gekeken of een zorgvrager de ogen spontaan opent op aanspreken, zich motorisch kan bewegen en verbaal reageert op een vraag (EMV-score).
  • Ademhaling: De ademhaling wordt gereguleerd vanuit de hersenstam.
  • Bloeddruk en hartritme: door regelmatig meten van de bloeddruk en hartfrequentie kunnen complicaties mogelijk vroegtijdig worden herkend.
  • Misselijkheid en braken
  • Hoofdpijn




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de EMV-score van deze zorgvrager?
Een zorgvrager is na een trauma opgenomen in het ziekenhuis en verminderd aanspreekbaar. Er wordt een EMV-score afgenomen. Bij het aanspreken en geven van een pijnprikkel opent de zorgvrager zijn ogen niet, hij strekt alleen zijn armen als reactie en kreunt hier lichtjes bij. 

Welke acties zouden ingezet kunnen worden, zowel diagnostiek als verpleegkundige interventies bij deze score?

Slide 11 - Slide

E1/M2/V2. 

De behandeling zal nu gericht zijn op het zo spoedig mogelijk krijgen van een diagnose door middel van een CT-cerebrum. Daarnaast zullen er neurologische tests gedaan worden, zoals een pupilcontrole en reflexcontrole. Als verpleegkundige herhaal je regelmatig de observaties en metingen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wervelletsel 
  • Whiplash: beschadiging van de banden, spieren of botten in de nek.


  • Wervelfractuur: stabiel of instabiel --> een breuk in één van de wervels.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Whiplash
  • Whiplash: beschadiging van de banden, spieren of botten in de nek
Vaak niet zichtbaar of scan of röntgen foto

Symptomen: 
Nekpijn, hoofdpijn, pijn in de rug en een verminderde beweeglijkheid van de bovenrug en nek. Maar ook duizeligheid, misselijkheid, braken en concentratiestoornissen.
Beschadigingen aan de zenuwen, tintelingen of krachtsverlies ontstaan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wervelfractuur
  • Stabiel: het wervellichaam is gebroken en er bestaat geen kans dat het ruggenmerg beschadigd zal raken.

  • Instabiele breuk bestaat de kans dat het ruggenmerg beschadigd wordt.

  • Dwarslaesie: het ruggenmerg is beschadigd of doorgesneden (incomplete/complete dwarslaesie).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onderzoek/ behandeling bij wervelletsel?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten bij wervelletsel
  • oedeem in armen, benen
  • Dwarslaesie: spinale shock fase
  • urineretentie
  • obstipatie
  • decubitus
  • diep veneuze trombose


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Casuïstiek 
Een 35-jarige man is betrokken bij een motorongeval. Hij droeg geen helm en is met hoge snelheid tegen een lantaarnpaal gereden. Bij aankomst van de ambulance is hij bij bewustzijn maar verward ( E3, M6, V4). Hij klaagt over hevige nekpijn en tintelingen in zijn benen. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Thoraxtrauma en buiktrauma

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden thoraxtrauma?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Thoraxtrauma
  • rib-, long-, borstbeen- of hartkneuzing (contusie)
  • rib- en borstbeenbreuk (fractuur)
  • middenrif- of bloedvat (bijvoorbeeld aorta) ruptuur (scheur)
  • pneumothorax of hematothorax (klaplong/ opening in de pleuraholte of bloed in de pleuraruimte)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Thorax 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een rib- en borstbeencontusie zorgt voor pijnklachten bij het ademhalen. Wat voor risico geeft dit?
A
Kans op een pneumothorax
B
Kans op een pneumonie
C
Ribfracturen
D
Ruptuur van de luchtpijp

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een ribfractuur veroorzaken?
A
Een pneumothorax
B
Een hematothorax
C
Een pneumonie
D
Een ruptuur van de trachea

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn belangrijke verpleegkundige aandachtspunten bij een thoraxtrauma?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Buiktrauma's
Stomp of scherpletsel

  • letsel aan maag, darmen, lever, milt, en nieren
  • bekkenfractuur

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is het grootste risico bij een buiktrauma?
A
ademhalingsdepressie
B
fractuur
C
bloeding
D
peritonitis

Slide 27 - Quiz

ademhalingsdepressie =  een aandoening waarbij de ademhaling vertraagt en onvoldoende effectief wordt, waardoor het zuurstofgehalte in het bloed daalt en het koolstofdioxidegehalte stijgt

Peritonitis = ontsteking van het peritoneum, het vlies dat de buikholte en de meeste organen in de buik bekleedt. Het is een ernstige aandoening die meestal ontstaat door infectie en die onbehandeld levensbedreigend kan zijn.
Verpleegkundige observatiepunten
  • vitale functies
  • bloedverlies
  • huidskleur
  • diurese 
  • bewustzijn

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Trauma van de extremiteiten
  • bovenste extremiteit: schouder, bovenarm, elleboog, onderarm, pols, hand;
  • onderste extremiteit: heup, bovenbeen, knie, onderbeen, enkel, voet;
  • luxatie;
  • weke-delen-letsel.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat houden deze termen in?

  • crushletsel
  • crushsyndroom
  • luxatie

Slide 30 - Slide

 Crushletsel: Door een beknelling kunnen het weefsel, spier of zenuwen dusdanig beschadigd raken dat het weefsel in de problemen komt. 

 crushsyndroom. Wanneer weefsel, nadat het een tijdje is afgekneld van bloed, weer doorbloed wordt, kunnen er veel afvalstoffen vrijkomen uit het weefsel. Dit kan giftig zijn voor de zorgvrager en leiden tot ernstige nierproblemen.

luxatie is een ontwrichting van een gewricht

Behandelingen
  • conservatief
  • repositioneren: fractuur --> gips
  •                                   luxatie --> brace 
  • operatief: osteosynthesemateriaal + externe fixateur
  • fysiotherapie 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten
  • botinfectie
  • spierdystrofie
  • gips: compartimentsyndroom!
  • pijn
  • decubitus


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Compartimentsyndroom
Acute symptomen worden veroorzaakt door ischemieverschijnselen van de spieren en sensibele zenuwen in de betreffende loge.
  • 5x P's
  • Pijn, Paresthesie, Pallor, Paralyse, polsloosheid
Fasciotomie!!

Slide 33 - Slide

Pijn: enorme heftige pijn
Paresthesie: tintelingen, speldenprik , Pallor: bleekheid
Paralyse: verlamming
Polsloosheid: bij compartimentsyndroom wordt bijna nooit gevonden omdat de bovendruk meestal hoger is dan de druk in het compartiment. Bovendien moet het bloedvat voor polsloosheid door het aangedane compartiment lopen.
Fasciotomie
Bindweefsel tussen de compartimenten wordt ingesneden

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat is een epiduraal hematoom?
A
Bloeduitstorting in het hersenweefsel
B
Bloeduitstorting tussen hersenvlies en schedel

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

HET
Hoog energetisch trauma: voorbeelden --->
Val van 2-3x hoger dan de lichaamslengte van het slachtoffer
Aanrijding van een voetganger met een voertuig met een snelheid groter dan 10 km/h
Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 35 km/h, zonder gordel
Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 45km/h, met gordel
Een ster in de voorruit, veroorzaakt door de inzittende
Over de kop geslagen voertuig
Uit een voertuig geslingerd slachtoffer
Vrijgekomen airbags
Ernstige schade aan buitenzijde van het voertuig

Slide 36 - Slide

Verwachting:
groter letsel, shock
Welke soort trauma's zijn er?
A
Neurotrauma
B
Thoraxtrauma
C
Huidtrauma
D
Wervelletsel

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is triage?
A
Urgentie van het probleem
B
De patiënt genezen
C
Ernst van de situatie bepalen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke hulp wordt ingeschakeld bij trauma's?
A
Ambulance
B
Arts
C
Psycholoog
D
Traumahelikopter

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een trauma?
A
Seksueel misbruik
B
Een schokkende gebeurtenis
C
Ernstig verkeersongeluk
D
Een kleine verwonding

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van crushsyndroom?
A
Botbreuk in de voet
B
Verstopping van de darmen
C
Spierweefsel beschadiging door druk
D
Longinfectie

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een mogelijke complicatie van wervelletsel?
A
Diep veneuze trombose
B
Hoofdpijn
C
Verlies van gezichtsvermogen
D
Verhoogde hartslag

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een cruciaal observatiepunt bij buiktrauma?
A
Verlies van eetlust
B
Bloedverlies
C
Spierpijn
D
Hoofdpijn

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een stabiele wervelfractuur?
A
Geen kans op ruggenmergschade
B
Botschade aan de schouder
C
Ruggenmerg is volledig doorgesneden
D
Onzekerheid over het herstel

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Wat meet de ICP-meting?
A
De druk in de hersenen
B
Bloeddruk
C
Hartslag
D
Lichaamstemperatuur

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk week 45
Zie ook learnbeat, studieplanner
Ziekten van botspierstelsel en bindweefsel.

Neem daarnaast een casus uit de praktijk mee die aansluit bij een ziektebeeld van het bewegingsstelsel. 
Wat is hier aan de hand? (aandoening, diagnose, symptomen, onderzoek/ behandeling, prognose...)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions