Trauma's en ongevallen G3VPR

Ongevallen en trauma's 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ongevallen en trauma's 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een trauma?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat is een trauma?
Een trauma kan ontstaan wanneer iemand één of meerdere schokkende gebeurtenissen meemaakt, zoals een ernstig verkeersongeluk, een brand, het overlijden van een belangrijk persoon, seksueel misbruik of geweld.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Na een ongeval of trauma start een keten aan hulpverlening op. Hoe wordt deze vorm gegeven?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welke hulp wordt ingeschakeld?
  • Ambulance
Gespecialiseerd verpleegkundige
Chauffeur

  • Brandweer

  • Mobiel medisch team/ MMT (traumahelikopter)
Arts
Verpleegkundige
Piloot

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Trauma centrum 
  • Taakverdeling
  • Helicopterview

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Triage

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Triage
  • Wat is de ernst van de situatie?
  • Hoe urgent is het probleem?
  • Hoe snel moet er gehandeld
   worden?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welk soort trauma's kom je tegen in de praktijk?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Indeling trauma's 
  • wervelletsel 
  • neurotrauma
  • thoraxtrauma
  • buik- en bekkentrauma
  • extremiteitentrauma

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan welk letsel denk je bij een neurotrauma?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Neurotrauma
  • commotio cerebri(hersenschudding)
  • contusio cerebri; (bewusteloosheid > 15 min)
  • schedelfractuur; buitenste gedeelte.
  • schedelbasisfractuur; binnenste gedeelte.
  • epidurale bloeding
  • subdurale bloeding

Slide 13 - Slide

epidurale bloeding = optreedt tussen het harde hersenvlies (de dura mater) en de schedel. Dit type bloeding ontstaat meestal als gevolg van een traumatisch hersenletsel, bijvoorbeeld door een val, verkeersongeluk of harde klap op het hoofd.
subdurale bloeding =  ophoping van bloed tussen het harde hersenvlies (dura mater) en het spinnenwebvlies (arachnoidea). Het ontstaat meestal door schade aan aderen, zoals de zogenaamde brugvenen, die het hersenweefsel met de aderen in de dura verbinden.
Bloedingen
  • epiduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het schedelbot
  • subarachnoïdale bloeding: hersenbloeding in de hersenvliezen tussen de hersenen en de schedel
  • subduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het hersenweefsel

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten bij neurotrauma
  • Glasgow coma score/EMV 
  • ICP meting (meting van de druk in de hersenen)
  • Vitale functies
  • Misselijkheid/braken




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wervelletsel 
  • Whiplash: beschadiging van de banden, spieren of botten in de nek.
  • Wervelfractuur -> stabiel of instabiel: een breuk in een van de wervels.
  • Stabiel: het wervellichaam is gebroken en er bestaat geen kans dat het ruggenmerg beschadigd zal raken. 
  • Instabiele breuk bestaat de kans dat het ruggenmerg beschadigd wordt.
  • Dwarslaesie :  het ruggenmerg is beschadigd of doorgesneden (incomplete/complete dwarsleasie).

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Onderzoek/ behandeling bij wervelletsel?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten bij wervelletsel
  • oedeem in armen, benen
  • bloeddrukdaling
  • urineretentie
  • obstipatie
  • decubitus
  • diep veneuze trombose


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden thoraxtrauma?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Thoraxtrauma
  • rib-, long-, borstbeen- of hartkneuzing (contusie)
  • rib- en borstbeenbreuk (fractuur)
  • middenrif- of bloedvat (bijvoorbeeld aorta) ruptuur (scheur)
  • pneumothorax of hematothorax (klaplong/ opening in de pleuraholte of bloed in de pleuraruimte)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een rib- en borstbeencontusie zorgt voor pijnklachten bij het ademhalen. Wat voor risico geeft dit?
A
Kans op een pneumothorax
B
Kans op een pneumonie
C
Ribfracturen
D
Ruptuur van de luchtpijp

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een ribfractuur veroorzaken?
A
Een pneumothorax
B
Een hematothorax
C
Een pneumonie
D
Een ruptuur van de trachea

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn belangrijke verpleegkundige aandachtspunten bij een thoraxtrauma?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Buiktrauma's
  • letsel aan maag, darmen, lever, milt, en nieren
  • bekkenfractuur

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is het grootste risico bij een buiktrauma?
A
ademhalingsdepressie
B
fractuur
C
bloeding
D
peritonitis

Slide 27 - Quiz

ademhalingsdepressie =  een aandoening waarbij de ademhaling vertraagt en onvoldoende effectief wordt, waardoor het zuurstofgehalte in het bloed daalt en het koolstofdioxidegehalte stijgt

Peritonitis = ontsteking van het peritoneum, het vlies dat de buikholte en de meeste organen in de buik bekleedt. Het is een ernstige aandoening die meestal ontstaat door infectie en die onbehandeld levensbedreigend kan zijn.
Verpleegkundige observatiepunten
  • vitale functies
  • bloedverlies
  • huidskleur
  • diurese 
  • bewustzijn

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Fracturen
Wat houden deze termen in?
  • crushletsel
  • crushsyndroom
  • luxatie

Slide 29 - Slide

Crushletsel (ook wel crush-syndroom genoemd) is een ernstige aandoening die ontstaat wanneer een deel van het lichaam langdurig onder druk staat, waardoor weefselbeschadiging optreedt door compressie. Het komt vaak voor bij mensen die vast komen te zitten onder zware voorwerpen of door ernstig trauma, zoals bij een verkeersongeval, aardbeving, of een bouwongeluk.

Luxatie is een medische term die verwijst naar een verplaatsing van een gewricht of bot. Dit kan optreden wanneer de botten die een gewricht vormen volledig uit hun normale positie worden geduwd. Luxaties zijn vaak het gevolg van een trauma zoals een val, een ongeluk of een plotselinge verwurging.
Verpleegkundige aandachtspunten
  • botinfectie
  • spierdystrofie
  • gips
  • pijn
  • decubitus


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat is een epiduraal hematoom?
A
Bloeduitstorting in het hersenweefsel
B
Bloeduitstorting tussen hersenvlies en schedel

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort trauma's zijn er?
A
Neurotrauma
B
Thoraxtrauma
C
Huidtrauma
D
Wervelletsel

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is triage?
A
Urgentie van het probleem
B
De patiënt genezen
C
Ernst van de situatie bepalen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welke hulp wordt ingeschakeld bij trauma's?
A
Ambulance
B
Arts
C
Psycholoog
D
Traumahelikopter

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een trauma?
A
Seksueel misbruik
B
Een schokkende gebeurtenis
C
Ernstig verkeersongeluk
D
Een kleine verwonding

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van crushsyndroom?
A
Botbreuk in de voet
B
Verstopping van de darmen
C
Spierweefsel beschadiging door druk
D
Longinfectie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een mogelijke complicatie van wervelletsel?
A
Diep veneuze trombose
B
Hoofdpijn
C
Verlies van gezichtsvermogen
D
Verhoogde hartslag

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een cruciaal observatiepunt bij buiktrauma?
A
Verlies van eetlust
B
Bloedverlies
C
Spierpijn
D
Hoofdpijn

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een stabiele wervelfractuur?
A
Geen kans op ruggenmergschade
B
Botschade aan de schouder
C
Ruggenmerg is volledig doorgesneden
D
Onzekerheid over het herstel

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat meet de ICP-meting?
A
De druk in de hersenen
B
Bloeddruk
C
Hartslag
D
Lichaamstemperatuur

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk week 45
Zie ook learnbeat, studieplanner
Ziekten van botspierstelsel en bindweefsel.

Neem daarnaast een casus uit de praktijk mee die aansluit bij een ziektebeeld van het bewegingsstelsel. 
Wat is hier aan de hand? (aandoening, diagnose, symptomen, onderzoek/ behandeling, prognose...)

Slide 41 - Slide

This item has no instructions