This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zoek een afbeelding die bij jou past vandaag!
Slide 1 - Open question
Wat weet je over deze afbeelding?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Opsporingsambtenaren zijn alle ambtenaren belast met de opsporing van het strafbare feit.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 10 - Quiz
BOA's zijn in beginsel bevoegd om alle strafbare feiten op te sporen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 11 - Quiz
Een domein bevat een aantal strafbare feiten die de BOA die aangewezen is voor dat domein op mag sporen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 12 - Quiz
Wat is domein 1.
A
Openbaar vervoer.
B
Onderwijs.
C
Openbare ruimte.
D
Milieu
Slide 13 - Quiz
Een BOA domein 1 mag in alle gevallen de strafbare feiten uit domein 1 opsporen.
A
Ja.
B
Nee, alleen als deze voldoen aan het leefbaarheidscriterium.
Slide 14 - Quiz
Er is voor de BOA niet altijd toestemming van de minister van Justitie en Veiligheid nodig om strafbare feiten op te mogen sporen. Als de BOA in een bijzondere wet of verordening wordt aangewezen om de strafbare feiten uit deze bijzondere wet of verordening op te sporen is dit bijvoorbeeld niet nodig.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 15 - Quiz
Als de BOA in een bijzondere wet wordt aangewezen om strafbare feiten op te sporen, geldt die opsporingsbevoegdheid alleen voor de strafbare feiten uit die bijzondere wet.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 16 - Quiz
Als de BOA strafbare feiten moet gaan opsporen waarvoor hij niet in een bijzondere wet of verordening wordt aangewezen, moet hij toestemming hebben van de minister van Justitie en Veiligheid. Op welke 2 manieren kan deze toestemming door de minister worden verleend (dus 2 antwoorden geven)?
A
Akte van beëdiging.
B
Akte van opsporingsbevoegdheid.
C
Categoriale aanwijzing.
D
Aanwijzing bij bijzondere wet of verordening.
Slide 17 - Quiz
De BOA heeft dus toestemming nodig om opsporingsbevoegdheden toe te mogen passen. Deze kan op 3 manieren worden verkregen: de akte van opsporingsbevoegdheid die kan worden verleend door de minister van Justitie en Veiligheid of het College van Procureurs-Generaal, de categoriale aanwijzing door de minister van Justitie en Veiligheid en de aanwijzing bij bijzondere wet of verordening. Hoe heet deze toestemming om opsporingsbevoegdheden uit te mogen voeren?
A
Akte van beëdiging.
B
Titel van beëdiging.
C
Akte van opsporingsbevoegdheid.
D
Titel van opsporingsbevoegdheid.
Slide 18 - Quiz
Voordat een akte van opsporingsbevoegdheid of een categoriale aanwijzing wordt verleend, moet door de werkgever eerst de noodzaak voor het toepassen van opsporingsbevoegdheden bij de minister worden aangetoond. Daarnaast moet een beroep op de politie voor deze opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk zijn. Hoe wordt dit criterium genoemd?
A
Beperktheidscriterium.
B
Bezwaarlijkheidscriterium.
C
Noodzaakcriterium.
D
Spercriterium.
Slide 19 - Quiz
Indien een BOA bij bijzondere wet wordt aangewezen, hoeft er niet voldaan te worden aan het noodzaakcriterium. De wetgever heeft dit door het opnemen in deze wet kennelijk al noodzakelijk gevonden.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 20 - Quiz
Een BOA heeft standaard politiebevoegdheden tenzij de minister van Justitie en Veiligheid anders bepaalt.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 21 - Quiz
Wie is belast met het toezicht op de BOA voor wat betreft de titel, betrouwbaarheid en bekwaamheid?
A
De minister van Justitie en Veiligheid.
B
De Korpschef.
C
De OvJ.
D
De hoofdofficier van justitie.
Slide 22 - Quiz
Bij de zuiveringseed zweert de opsporingsambtenaar dat hij zijn ambt op een eerlijke manier heeft verkregen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 23 - Quiz
Als de BOA politiebevoegdheden heeft gekregen, moet dit zijn opgenomen in zijn akte van beëdiging.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 24 - Quiz
Zoek op in je boek: * wie de toezichthouder is en * wie de direct toezichthouder is op de BOA
Slide 25 - Open question
Toezicht op de BOA
De minister van justitie en veiligheid is belast met het toezicht op de BOA.
Als toezichthouder wijst hij een hoofdofficier van justitie aan. Als direct toezichthouder wijst hij de korpschef aan.
Slide 26 - Slide
Beschrijf zo duidelijk mogelijk het "inzetcriterium"