4 Formules

Hoofdstuk 4 Formules
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Formules

Slide 1 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk beheers je de volgende doelen:
  • Het kunnen vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen.
  • Weten dat vermenigvuldigen herhaald optellen is.
  • Weten dat bij een vermenigvuldiging met nul de uitkomst nul is.
  • Weten dat de uitkomst van een vermenigvuldiging met een even aantal negatieve factoren
    positief is.
  • Weten dat de uitkomst van een vermenigvuldiging met een oneven aantal negatieve factoren negatief is.
  • Het kennen van de volgorde van bewerkingen.
  • Het kunnen uitvoeren van rekenkundige bewerkingen in de juiste volgorde.
  • Het kunnen lezen van woordformules.
  • Het kunnen substitueren van getallen in woordformules op de plaats van de variabele.
  • Het berekenen van de ene variabele in een woordformule als de andere gegeven is.
  • Het verband tussen de variabelen in een woordformule kunnen verwoorden.
  • Een situatie kunnen omzetten in een woordformule.
  • Het kunnen werken met eenvoudige formules met één lettervariabele.


Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk beheers je de volgende doelen:
  • Het kunnen substitueren van lettervariabelen door getallen.
  • Het kunnen tekenen van een grafiek bij een formule.
  • Het verband kunnen zien tussen situatie, woordformule, tabel en grafiek.


Slide 3 - Slide

Voorkennis

Slide 4 - Slide

Dit is de juiste rekenvolgorde:
LEES GOED!
A
Haakjes, keer, delen, plus, min
B
Haakjes, plus en min, keer en delen
C
Plus en min, haakjes, keer en delen
D
Haakjes, keer en delen, min en plus

Slide 5 - Quiz

+ - wordt

Slide 6 - Open question

- - wordt

Slide 7 - Open question

Vermenigvuldigingspunt

In plaats van het maalteken bij vermenigvuldigingen gaan we voortaan gebruik maken van een vermeningvuldigingspunt

Dus 4 x 6 = 24

wordt

46=24

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video