1. Actieve immuniteit (lichaam moet zelf afweerstoffen aanmaken
- Actief natuurlijk = na doormaken ziekte
- Actief kunstmatig = vaccin (verzwakte ziekteverwekker ingespoten)
2. Passieve immuniteit (antilichamen van buiten af)
- Passief natuurlijk = moeder op kind
- Passief kunstmatig = kant en klare antistoffen toegediend (tetanus)
Anti-infectieuze middelen als lichaam het niet lukt = medicatie i.v.v. antibiotica, anti schimmel, anti virale middelen