In de binas staan meer gegevens dan je denkt. Een hulpmiddel om wijs te gebruiken dus. Hoe snel kan jij een (nodig) gegeven vinden? (En dus je tijd nuttig besteden tijdens SE/CE....)
1 / 50
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6
This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Binas snelheid test
In de binas staan meer gegevens dan je denkt. Een hulpmiddel om wijs te gebruiken dus. Hoe snel kan jij een (nodig) gegeven vinden? (En dus je tijd nuttig besteden tijdens SE/CE....)
Slide 1 - Slide
Wat is waar?
A
0 K = - 273 °C
B
0 K = 273 °C
C
273 K = 100 °C
D
100 K = 100 °C
Slide 2 - Quiz
Wat is de snelheid van geluid in zeewater?
A
343 m/s
B
1490 m/s
C
1510 m/s
D
5100 m/s
Slide 3 - Quiz
Hoeveel isotopen heeft het atoom zilver?
A
1
B
0
C
2
D
3
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort hormoon is testosteron?
A
Peptidehormoon
B
Steroïdhormoon
C
Neurohormoon
D
Releasing hormoon
Slide 5 - Quiz
Wat is de vormingswarmte van waterdamp?
A
−2,86.105J
B
−2,42.105J
C
+2,86.105J
D
+2,42.105J
Slide 6 - Quiz
De frequentie van een snaar 660 Hz. Welke toonhoogte is dat?
A
c1
B
c2
C
e1
D
e2
Slide 7 - Quiz
Tijdens het wassen worden ook de velgen gereinigd. Op de verpakking van de velgenreiniger staat het pictogram corrosief. Welk pictogram is dat?
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
Wat is de elektronenconfiguratie van calcium?
A
40,08
B
20
C
8,2
D
2,8,8,2
Slide 9 - Quiz
Waar in binas kan je de waarde van de constante van Avogadro vinden?
A
3B
B
7A
C
38A
D
99
Slide 10 - Quiz
Hoeveel is 1005hPa in mBar?
A
1005 mBar
B
100,5 mBar
C
10050 mBar
D
100500 mBar
Slide 11 - Quiz
In welke tabel van je binas staan de kleurcodes van de weerstanden
A
13
B
17
C
20
D
34
Slide 12 - Quiz
In welke tabel van de BINAS vind je de Griekse letters (bijv λ, Φ, ρ)?
A
1
B
2
C
4
D
7
Slide 13 - Quiz
Welk nucleotide is dit?
A
een nucleotide met stikstofbase A
B
een nucleotide met stikstofbase T
C
een nucleotide met stikstofbase G
D
een nucleotide met stikstofbase C
Slide 14 - Quiz
Welk van onderstaande stoffen heeft het hoogste kookpunt?
A
H2S
B
C3H8
Slide 15 - Quiz
De stofeigenschappen smeltpunt, kookpunt en dichtheid kan je opzoeken in Binas. In welke tabellen van Binas kan je deze opzoeken ?
A
tabel 12, 13 en 14
B
tabel 15, 16 en 17
Slide 16 - Quiz
Wat is de systematische naam van barnsteenzuur?
A
azijnzuur
B
propaanzuur
C
butaandizuur
D
alkaanzuur
Slide 17 - Quiz
Welke structuur dit is?
A
Valine
B
Arginine
C
Lysine
D
Leucine
Slide 18 - Quiz
Vetzuur linolzuur is
A
Verzadigd
B
enkelvoudig onverzadigd
C
meervoudig onverzadigd
D
Geen vet
Slide 19 - Quiz
Welk koolhydraat is een disacharide?
A
lactose
B
glycogeen
C
fructose
D
deoxyribose
Slide 20 - Quiz
De reductoren moet je aflezen op sterkte in Binas van...
A
Boven naar beneden
B
Beneden naar boven
C
Links naar rechts
D
Rechts naar links
Slide 21 - Quiz
Wat staat in de BINAS over het oplossen van jood?
A
wasbenzine is polair
B
jood is polair
C
wasbenzine bevat een O-atoom
D
alcohol bevat een O-atoom
Slide 22 - Quiz
Wat is de triviale naam voor glucose?
A
druivensuiker
B
2,3,4,5,6-pentahydroxy hexanal
C
suiker
D
zetmeel
Slide 23 - Quiz
Wat is het meest opmerkelijke gevarenaspect van de stof ether?
A
bijtend
B
verslavingsgevaar
C
zeer giftig
D
explosie gevaar
Slide 24 - Quiz
Benzeen kan worden gebruikt als oplosmiddel Wat is het meest opmerkende gezondheidsaspect van benzeen?
A
het is bijtend
B
het is explosief
C
het is zeer giftig
D
het is kankerverwekkend
Slide 25 - Quiz
Welke kleur heeft fenolrood bij een zuur?
A
rood
B
oranje
C
geel
D
kleurloos
Slide 26 - Quiz
Wat is de dichtheid van goud?
A
19,30g⋅cm−3
B
19,30 kg
C
19,30kg⋅m−3
D
19,30⋅103kg⋅m−3
Slide 27 - Quiz
De formule van kopertriviool is:
A
CuSO4.5H2O
B
CaSO4.5H2O
C
CuSO3.3H2O
D
CaSO3.6H2O
Slide 28 - Quiz
Wat is de evenwichtsconstante bij 500K van deze reactie?
2NO2(g)⇆N2O4(g)
A
8.9
B
6.9⋅10−4
C
6.6⋅10−6
D
6.5⋅10−7
Slide 29 - Quiz
Wat is kalkwater?
A
calciumhydroxide oplossing
B
natriumhydroxide oplossing
C
kaliumhydroxide oplossing
D
bariumhydroxide oplossing
Slide 30 - Quiz
Dit vet is bij kamertemperatuur...
A
vloeibaar
B
vast
C
gas
D
plasma
Slide 31 - Quiz
Welk metaal komt, behalve koper, ook voor in messing?
A
kwik
B
tin
C
zilver
D
zink
Slide 32 - Quiz
Wat is de lading van het chloride ion?
A
1-
B
2-
C
3-
D
0
Slide 33 - Quiz
Neon behoort tot de ...
A
Alkalimetalen
B
Aardalkalimetalen
C
Halogenen
D
Edelgassen
Slide 34 - Quiz
Wat staat er in tabel45A?
A
Overzicht van het geleiding van zouten
B
Overzicht van verzadigde zout oplossingen
C
Overzicht van goed, slecht en matig oplosbare zouten
D
Overzicht van ion-ladingen
Slide 35 - Quiz
Wat is het sterkste zuur?
A
zoutzuur
B
ethaanzuur
C
salpeterzuur
D
zwavelzuur
Slide 36 - Quiz
Wat is de vormingsenergie van waterdamp?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10⁵ J per mol
C
-2,86 x 10⁵ J per mol
D
-4,36 x 10⁵ J per mol
Slide 37 - Quiz
Welk zout lost het beste op?
A
magnesiumhydroxide
B
magnesiumcarbonaat
C
magnesiumsulfaat
Slide 38 - Quiz
Wat is de Binas tabel van de pH-indicatoren
A
52A
B
45A
C
67B
D
49
Slide 39 - Quiz
In welke binas tabel staan de Griekse telwoorden?
A
66a
B
66b
C
66c
D
66d
Slide 40 - Quiz
Voedingsvezels zijn...
A
koolhydraten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
B
eiwitten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
C
koolhydraten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
D
eiwitten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen