This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken
Slide 1 - Slide
Regelkringen vind je zowel in het hormoonstelsel als in het zenuwstelsel. Wat is het effect als er in een regelkring alleen maar + staat?
A
Positieve terugkoppeling: versterking van het resultaat.
B
Negatieve terugkoppeling: een evenwicht.
Slide 2 - Quiz
positieve
negatieve
remt
stimuleert
Slide 3 - Drag question
Geef aan: positieve of negatieve terugkoppeling.
Het zuurstofgehalte in het bloed blijft binnen bepaalde grenzen.
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Open question
6.3 en 6.4 leerdoelen
Ik kan
uitleggen wat de ligging en werking is van de hypofyse
van ieder hypofysehormoon uitleggen wat de functie is (binas)
Ik kan
uitleggen wat de ligging en werking is van de schildklier.
van het schildklierhormoon uitleggen wat de functie is (binas)
Slide 6 - Slide
succescriteria
je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: hypofyse, hypothalamus, ADH, groeihormoon, schildklier, schildklierhormoon en TSH.
je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
je kunt interactieschema's maken en interpreteren
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
terugkoppelingsschema
In blokken: hormoonklieren en doelwitorganen
In pijlen: Namen hormonen
Bij de pijl: een + voor stimulering, een - voor remming
Slide 9 - Slide
6.3 hypofyse
BINAS 89A en C
hormoonklier middenin hersenen (formaat erwt)
onder de hypothalamus (hersenstam)
produceert hormonen die direct effect hebben of indirect doordat ze andere hormoonklieren stimuleren
Slide 10 - Slide
samen voorbeeld EPO uitwerken
Slide 11 - Slide
Maak met behulp van je binas een terugkoppelingsschema voor celstofwisseling (begin met TSH)
Slide 12 - Open question
negatieve terugkoppeling (binas 89C)
BINAS 89C
Slide 13 - Slide
Bij een bloeddonor wordt een 1/2 liter bloed afgetapt. Dit leidt tot een aantal veranderingen, zoals: 1. daling van de bloeddruk 2. vermindering van het aantal rode bloedcellen per mm3 bloed 3. verhoging van de waterresorptie in de nieren 4. verhoging van de afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH) In welke volgorde treden deze veranderingen op? Zet de cijfers zonder spatie/streepjes achter elkaar.
Slide 14 - Open question
De regulatie van de waterhuishouding is een voorbeeld van een homeostatisch regelmechanisme. Daarbij spelen de nieren, de osmotische waarde van het bloed en het hormoon ADH een belangrijke rol. Leg uit wat het effect van een sterke zoutopname (door voedsel met veel zout) is op de hoeveelheid gevormde urine. Gebruik de termen uit de bron. (3p)
Slide 15 - Open question
De hormonale regeling van de voortplanting bij koeien komt overeen met die van de mens. Tijdens de voortplantingsperiode van de koe gaat de hypofyse een hormoon afscheiden dat veranderingen in de eierstokken van de koe veroorzaakt. Hierdoor wordt in de eierstokken het bronsthormoon geproduceerd waardoor in de baarmoeder veranderingen plaatsvinden in verband met een eventuele dracht (= zwangerschap). Ten gevolge van het bronsthormoon wordt de koe ook bronstig, ofwel tochtig. Alleen een tochtige koe is bereid tot paring. Tip, pak je binas erbij. Noem het hypofysehormoon bij de mens waarmee het in regel 2 bedoelde hormoon overeenkomt.
Slide 16 - Open question
De hormonale regeling van de voortplanting bij koeien komt overeen met die van de mens. Tijdens de voortplantingsperiode van de koe gaat de hypofyse een hormoon afscheiden dat veranderingen in de eierstokken van de koe veroorzaakt. Hierdoor wordt in de eierstokken het bronsthormoon geproduceerd waardoor in de baarmoeder veranderingen plaatsvinden in verband met een eventuele dracht (= zwangerschap). Ten gevolge van het bronsthormoon wordt de koe ook bronstig, ofwel tochtig. Alleen een tochtige koe is bereid tot paring. Tip, pak je binas erbij. Noem het hormoon bij de mens waarmee het bronsthormoon (regel 3) vergelijkbaar is.
Slide 17 - Open question
In de puberteit ontwikkelen zich bij meisjes borsten door toename van vetweefsel en verdere ontwikkeling v/d melkklieren o.i.v. bepaalde hormonen. Tijdens een zwangerschap ontwikkelen de niet-actieve melkklieren zich o.i.v. een ander hormoon tot actieve melkklieren. Welk hormoon/ hormonen spelen een rol bij borsten bij meisjes in de puberteit? Pak je binas.
Slide 18 - Open question
Maagsap wordt door kliercellen in de maagwand geproduceerd. De productie komt door gastrine. Dit hormoon wordt door andere kliercellen in de maagwand gevormd wanneer de maagwand opgerekt wordt. De productie van gastrine neemt af, zodra de pH van de maaginhoud door de afgifte van zoutzuur (HCl) lager dan 3 wordt. Vul het schema in.
Slide 19 - Open question
6.4 schildklierhormonen
BINAS 89A
in de hals, tegen je strottenhoofd aan
o.i.v. TSH uit de hypofyse maakt de schildklier verschillende schildklierhormonen
bevat jodium (krop bij tekort)
functie:
stimuleert verbranding (dus stofwisseling en groei)
Slide 20 - Slide
Wat betekenen de letters TSH
Slide 21 - Open question
Wat is de functie van TSH
Slide 22 - Open question
Wat ‘doet’ TSH precies bij de schildkliercellen?
Slide 23 - Open question
Vul in: Voor TSH is de schildklier het ...-orgaan.
Slide 24 - Open question
Bekijk in het schema de stap RH ⇒ adenohypofyse. Welk proces wordt door die stof gestimuleerd?
Slide 25 - Open question
Onder in het schema is te zien dat de schildklier T3 en T4 produceert. Er zal niet te veel van het hormoon geproduceerd worden. Hoe is dit te zien in het schema?
Slide 26 - Open question
Vul in: Deze regelkring is een voorbeeld van ... terugkoppeling
A
positieve
B
negatieve
Slide 27 - Quiz
Het schildklierhormoon kan niet gemaakt worden zonder het element jodium (I). Stel dat een patiënt jodiumtekort heeft. Zal er dan meer of minder RH gevormd worden?
A
meer RH
B
minder RH
Slide 28 - Quiz
Het schildklierhormoon kan niet gemaakt worden zonder het element jodium (I). Stel dat een patiënt jodiumtekort heeft. Zal er meer of minder TSH gevormd worden?
A
meer TSH
B
minder TSH
Slide 29 - Quiz
Ik heb behoefte aan een contact moment met de docent omdat ik (nadat ik alles heb gedaan in de lesson-up) nog vragen heb.
A
ja
B
nee
Slide 30 - Quiz
Huiswerk di 11 februari
1. Verwerk deze LessonUp, samenvatten, mindmap ect.