Hoofdstuk 5.8 Spelling WOENSDAG 19 mei kader

HOOFDSTUK  5  -  SPELLING
 BOEK BLZ. 227

                                                              
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDSTUK  5  -  SPELLING
 BOEK BLZ. 227

                                                              

Slide 1 - Slide

doel van de les
  • Je kunt verkleinwoorden op de juiste manier spellen

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
- waarom goed spellen? 
- wat moet je weten om een werkwoord in een zin goed te kunnen spellen?


Slide 3 - Slide

Terugblik vorige les
de vraag die je jezelf moet stellen is:
in welke vorm staat het werkwoord
pv ja/nee? 
heel werkwoord ja/nee
welke tijd?
(schema blz. 225!)

Slide 4 - Slide

schema werkwoordspelling

Slide 5 - Slide

werkwoordsvormen
mmmmmmm





pv
persoonsvorm (tt of vt)
dweilen, dweilde
vd
voltooid deelwoord
gedweild
inf
infinitief (hele werkwoord)
dweilen
hww
klankvast 
fietsen, fietste
hww
klankveranderd
lopen, liep

Slide 6 - Slide

Wat is het nut van goed kunnen spellen?

Slide 7 - Slide

lees het gele kader op blz. 227
timer
2:00

Slide 8 - Slide

INSTAP-OPDRACHT
samen oefenen kijk naar de volgende slides en kies het antwoord!



Slide 9 - Slide

verkleinwoord pony
A
pony'tje
B
ponietje
C
ponytje

Slide 10 - Quiz

verkleinwoord ketting
A
kettingkje
B
kettinkje

Slide 11 - Quiz

verkleinwoord pinda
A
pindatje
B
pindaatje

Slide 12 - Quiz

Maak opdracht 6, blz. 227
maak eerst vraag 1 zelf
controleer daarna met je buurman/buurvrouw
geluidsniveau is zachtjes met elkaar overleggen!

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 6, antwoorden
a lolly’tje
 b stroompje
 c bikinietje
 d koninkje
 e raampje
 f spraytje
 g nasietje
 h omaatje
 i accuutje
 j baby’tje
 k 4’tje
 l cakeje
 m jongetje (let op, dit is een uitzondering: de -n verdwijnt)
 n gangetje
 o radiootje

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 1, blz. 228 
Wat: Maak opdracht 1 + 2, blz. 228 + 229
Hoe: zelfstandig
Hulp: docent
Tijd: 10  minuten
Klaar: maak opdracht 3, blz. 229
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd?
- je kunt verkleinwoorden op de juiste manier spellen

Slide 16 - Slide

Huiswerk voor vrijdag 21 mei
Maak opdracht 1 + 2, blz. 228 t/m 229

We gaan dan verder met taal hoofdstuk 5.9

Slide 17 - Slide