Klas 2 week 19-2022 les 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met vrijetijdsbesteding
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 7
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans rechts: Nederlands
Beluister de uitspraak
de woorden/zinnen van voca A op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met vrijetijdsbesteding
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 7
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans rechts: Nederlands
Beluister de uitspraak
de woorden/zinnen van voca A op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- Weet ik welke feestdagen er in Frankrijk gevierd worden en hoe
- Heb ik een spreekopdracht voorbereid  over de meivakantie
- Nog vragen over de inleveropdracht (uiterlijke inleverdatum 12 mei)?





Slide 2 - Slide

Feestdagen
1. Wat moet je doen? Je volgt in eigen tempo de LessonUp
2. Hoe moet je dat aanpakken? Open de link bij Bronnen
3. Hulp, bij wie en waar? Bij de klasgenoot die naast je zit of je steekt je hand op dan komt de docent: geluidsniveau: fluisteren
4. Tijd, hoeveel krijg je? Tot 5 minuten voor het eind van de les
5. Uitkomst, wat doen we ermee? Vervolg in de weektaak
6. Klaar, wat ga je doen? Spreekvaardigheid voorbereiden

Slide 3 - Slide

Le 1er avril
Waarom roepen de Fransen 
"poisson d'avril"
op 1 april ?
Dat ga je in de slides hierna lezen.....of weet je dit al?

Slide 4 - Slide

le premier avril
Uit sommige bronnen blijkt dat de bijzondere betekenis van         1 april ontstaan is bij de Franse wijziging naar de gregoriaanse kalender, zoals opgedragen door Paus Gregorius XIII in 1582. ​

Slide 5 - Slide

le 1er avril  
Voor die tijd werd Nieuwjaar gevierd van 25 maart tot 1 april. Met de verandering van het kalendersysteem werd Nieuwjaar verplaatst naar 1 januari. ​

Mensen die dit vergaten of die het nieuwe kalendersysteem weigerden te aanvaarden, kregen uitnodigingen voor niet-gehouden feestjes, grappige presentjes enzovoort.​

Slide 6 - Slide

Le 1er  avril
Als je een grapje [farce] op 1 april maakt, roep je in het Frans :      "poisson d'avril", al sinds de 16de eeuw. Die dag kondigt het einde van de vastenperiode aan [ le carême]. Tijdens deze periode was het verboden om vlees te eten voor Christenen. Dan at je dus vis en dat werd vaak als presentje gegeven, echte vissen of juist "nepvissen".

Slide 7 - Slide

Hoe zeg je "een grap" in het Frans?

A
une crêpe
B
rigolo
C
une farce
D
un poisson

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je "grappig" in het Frans?
A
amoureux
B
rigolo
C
sérieux
D
drôle

Slide 9 - Quiz

On fait des farces le: (= we maken grappen op:)
A
1er mars
B
1er mai
C
1er avril
D
1er juin

Slide 10 - Quiz

Wat roep je in het Frans als je een grapje maakt ?
A
poisson d'avril
B
poison d'avril
C
poison de mai
D
poisson de mars

Slide 11 - Quiz

Pâques = Pasen

Slide 12 - Slide

A Pâques on mange :
A
des bananes
B
des oranges
C
du chocolat
D
des oeufs

Slide 13 - Quiz

A Pâques les écoliers (= scholieren) français ont des vacances:
A
2 semaines
B
1 semaine
C
3 jours
D
3 semaines

Slide 14 - Quiz

Le 1er mai 
Ce jour, c'est la fête du travail   (= dag van de arbeid)
Iedereen die normaal werkt heeft dan vrij.
Ga naar de volgende slide en kijk het filmpje. Daarna volgen 4 vragen over het filmpje.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Welke bloemen geeft men cadeau
op 1 mai ?
A
des roses
B
du muguet
C
des tulipes
D
des hortensias

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je "de lente" in het Frans
A
l'automne
B
l'hiver
C
le printemps
D
l'été

Slide 18 - Quiz

Offrir du muguet est une tradition
porte-bonheur:
A
gauloise
B
romaine
C
occitane
D
celte

Slide 19 - Quiz

Waar wordt "la Fête du travail" niet gevierd ?
A
en Allemagne
B
en France
C
aux Pays-Bas
D
en Belgique

Slide 20 - Quiz

Le 14 juillet

Slide 21 - Slide

Wat wordt gevierd op 14 juli in Frankrijk?
A
la fête du travail
B
la Fête Nationale
C
Noël
D
le Nouvel An

Slide 22 - Quiz

Le 14 juillet 1789
C'est le début (= het begin) de la Révolution française... Avec la prise de la Bastille (= de bestorming van de Bastille),toen een gevangenis in Parijs. Sindsdien wordt op 14 juli de Franse Revolutie gevierd.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoe heette de koning tijdens de Franse Revolutie?
A
Louis XI
B
Louis XVI
C
Louis XIV
D
Louis XV

Slide 25 - Quiz

Hoe heette de koningin tijdens de Franse Revolutie?
A
Marie-Thérèse
B
Marie-Claude
C
Marie-Pierre
D
Marie-Antoinette

Slide 26 - Quiz

Op welke beroemde avenue in Parijs wordt er een grote defilé georganiseerd?
A
Avenue de Paris
B
Avenue St Honoré
C
les Champs Elysées
D
Avenue Montmartre

Slide 27 - Quiz

La Toussaint
Pourquoi des chrysanthèmes à la Toussaint ?

Slide 28 - Slide

La Saint Nicolas : le 6 décembre
Dans le Nord et l'Est de la France

Slide 29 - Slide

Noël : le 25 décembre

Slide 30 - Slide

Le Réveillon du Nouvel An

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?
Wat heb jij in de vakantie gedaan?

Pendant les vacances j'ai .......



Zie voorbeelden bij Bronnen en noteer minimaal 3 activiteiten/dingen in jouw schrift zodat je straks antwoord kunt geven op deze vraag.

Klaar? Ga aan de slag met het doen/maken van de weektaak Frans.

Slide 33 - Slide

Evaluatie/reflectie les
Klassikaal door docent:
* Zijn er nog vragen?
* Wat ging goed/wat kan beter?
Lesdoel behaald/lesopdracht af?
* LessonUp/lesopdracht nog niet (helemaal) afgerond? Noteer dit in jouw agenda/planner en/of kom langs in een Daltonuur 

Slide 34 - Slide