M&M leerwerkboek 5: steden en dorpen. Blok 1: verhuizen naar de stad.

M&M leerjaar 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

M&M leerjaar 1

Slide 1 - Slide

Blok 1: verhuizen naar de stad.
* We leren hoe steden zijn ontstaan.
* Waarom er behoefte aan geld komt.
* Verhuizen van platteland naar de stad.
* De beroepsbevolking ingedeeld is in sectoren.
* Rondom de stad.

Slide 2 - Slide

Pre-agrarische samenleving
Jagers en verzamelaars

Slide 3 - Slide

Landbouwsamenleving 
(agrarische samenleving) 
Domein 

Slide 4 - Slide

Agrarische samenleving 
(hofstelsel)

Slide 5 - Slide

De standenmaatschappij
  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in drie  standen: 'bidders, strijders en werkers'
  • Geestelijken, edelen en boeren
  • Over deze verdeling werd niet getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 6 - Slide

De Eerste stand
De geestelijkheid => de mensen van de kerk. 
Taak:  zorgen dat God tevreden is. 

Zij hadden voorrechten of privileges :
  • De kerk was grootgrondbezitter, bezat veel land. 
  • De geestelijken  mocht het Franse volk belasting laten betalen en hoefde zelf geen belasting te betalen.

  

Slide 7 - Slide

De Tweede Stand

Taken => Beschermen, besturen en  recht spreken  van de Eerste en Derde stand

Privileges: 
  • De adel bezat een groot gedeelte van Frankrijk
  • Zij mochten recht spreken,  besturen en belasting heffen.
  • Ze hoefden zelf geen belasting te betalen



Slide 8 - Slide

De 
Derde stand
De boeren en de burgers
Taak: Bidden &  werken

  • Arme boeren en werklieden.
  • Rijke burgerij (de bourgeoisie)  Dit waren handelaren, bankiers, advocaten etc.  => Mensen die veel belasting betaalden maar NIETS te zeggen hadden
 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

vestingstad

Slide 11 - Slide

Vesting Naarden

Slide 12 - Slide

Bekijk deze foto!

Slide 13 - Slide

Een versterkte vesting uit de vroege middeleeuwen

Slide 14 - Slide

Steden ontstaan.
* Romeinse tijd
* Van agrarische- naar een agrarisch-urbane samenleving
*Ontstaan van ambachten.
* Verschil tussen stadscentrum en binnenstad.

Slide 15 - Slide

Stelling: door het drieslagstelsel ontstond er handel en nieuwe beroepen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welk beroep is geen ambacht?
A
smid
B
schoenmaker
C
timmerman
D
boer

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen een stadscentrum en een binnenstad?

Slide 18 - Open question

Behoefte aan geld.
* Ontstaan handel.
* Door handel behoefte aan geld.
* Geldwissels
* Eerste bankiers.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Geldwisselaars waren de eerste bankiers. Waarom?
A
Zij wisselde vreemde munten en leende geld.
B
Zij dreven handel met andere landen.
C
Zij regelen hoeveel er door een klant betaald moet worden.
D
Zij leenden geld uit tegen rente.

Slide 21 - Quiz

Verhuizen naar de stad.
* Verhuizen om economische redenen.
* De stad voor werk, scholing en vrije tijd.
* Bevolkingsdichtheid in de stad.
* Agglomeratie; steden groeien aan elkaar.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Agglomeratie
Een stad en de omliggende dorpen groeien tegen elkaar aan.


Slide 24 - Slide

Agglomeratie

Slide 25 - Slide

 Agglomeratie

  • Amsterdam 

Slide 26 - Slide

Waarom trekken mensen naar de stad?

Slide 27 - Mind map

Bevolkingsdichtheid is?
A
Hoeveel mensen er in een stad wonen.
B
Hoeveel mensen er gemiddeld in een gebied wonen.
C
Hoeveel mensen er gemiddeld in een gebied werken.
D
Hoeveel mensen er in een dorp wonen.

Slide 28 - Quiz

Verschillende sectoren.
De beroepsbevolking wordt ingedeeld in sectoren:
1: Primaire
2: Secundaire
3: Tertiaire; commercieel en niet commercieel.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Tot welke sector hoort het beroep van boer?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire

Slide 31 - Quiz

Bij welke sector hoort een koekjesfabriek?

Slide 32 - Open question

Rond de stad.
* Bedrijven.
* Platteland/landelijk gebied.
* Recreatie.

Slide 33 - Slide

Waarom is IKEA niet in de stad gevestigd maar aan de rand van de stad?

Slide 34 - Open question