M&M leerwerkboek 5: steden en dorpen. Blok 1: verhuizen naar de stad.

• Mens en maatschappij
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

M&M leerjaar 1 deeltaak 5.

Waar woon jij? In de stad of in een dorp?

Blok 1: verhuizen naar de stad.

* Waar gaat dit blok over?

* We leren hoe steden zijn ontstaan.

* Waarom er behoefte aan geld komt.

* Verhuizen van platteland naar de stad.

* De beroepsbevolking ingedeeld is in sectoren.

* Rondom de stad.

Steden ontstaan.

* Romeinse tijd

* Van agrarische- naar een agrarisch-urbane samenleving

*Ontstaan van ambachten.

* Verschil tussen stadscentrum en binnenstad.

Stelling: door het drieslagstelsel ontstond er handel en nieuwe beroepen.

1. juist
2. onjuist

Welk beroep is geen ambacht?

1. smid
2. schoenmaker
3. timmerman
4. boer

Wat is het verschil tussen een stadscentrum en een binnenstad?

Bekijk deze foto!

Dit is de Sabelpoort. In welke stad staat deze poort en staat hij in het stadscentrum of in de binnenstad?

1. Nijmegen binnenstad.
2. Nijmegen stadscentrum.
3. Arnhem binnenstad.
4. Arnhem stadscentrum.

Behoefte aan geld.

* Ontstaan handel.

* Door handel behoefte aan geld.

* Geldwissels

* Eerste bankiers.

Geldwisselaars waren de eerste bankiers. Waarom?

1. Zij wisselde vreemde munten en leende geld.
2. Zij dreven handel met andere landen.
3. Zij regelen hoeveel er door een klant betaald moet worden.
4. Zij leenden geld uit tegen rente.

Einde uitleg les 1.

Aan het werk:

Lezen teksten bladzijde 10, 12 en 17.

Maken opdrachten 1 tot en met 11.

Les 2, blok 1, deel 2.

* Verhuizen naar de stad, de stad groeit.

* Verschillende sectoren in beroepen.

* Rond de stad, landelijk gebied.

Verhuizen naar de stad.

* Verhuizen om economische redenen.

* De stad voor werk, scholing en vrije tijd.

* Bevolkingsdichtheid in de stad.

* Agglomeratie; steden groeien aan elkaar.

Waarom trekken mensen naar de stad?

Bevolkingsdichtheid is?

1. Hoeveel mensen er in een stad wonen.
2. Hoeveel mensen er gemiddeld in een gebied wonen.
3. Hoeveel mensen er gemiddeld in een gebied werken.
4. Hoeveel mensen er in een dorp wonen.

Welke twee steden vormen met omliggende dorpen een agglomeratie?

1. Nijmegen-Arnhem
2. Arnhem-Utrecht
3. Nijmegen-Den Bosch
4. Amsterdam-Utrecht

Verschillende sectoren.

De beroepsbevolking wordt ingedeeld in sectoren:

1: Primaire

2: Secundaire

3: Tertiaire; commercieel en niet commercieel.

Tot welke sector hoort het beroep van boer?

1. Primaire
2. Secundaire
3. Tertiaire
4. Quartaire

Bij welke sector hoort een koekjesfabriek?

Rond de stad.

* Bedrijven.

* Platteland/landelijk gebied.

* Recreatie.

Waarom is IKEA niet in de stad gevestigd maar aan de rand van de stad?

Einde uitleg les 2.

Aan het werk:

Lezen teksten bladzijde 19, 22 en24.

Maken opdrachten: 12 tot en met 21.