Persoonlijke brief schrijven

Goedemorgen allemaal!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedemorgen allemaal!

Slide 1 - Slide

Persoonlijke brief schrijven

In deze les schrijf je een brief aan een vriend, vriendin of kennis.

Slide 2 - Slide

Schrijfplan
Stap 1 – Denken: je denkt na over wat je precies moet doen.
Stap 2 – Informatie verzamelen: je verzamelt informatie.
Stap 3 – Schrijven: Je schrijft de eerste versie van je tekst.
Stap 4 – Nakijken: je kijkt de tekst na en verbetert fouten.
Stap 5 – Herschrijven: je schrijft de tweede versie.

Slide 3 - Slide

Begin met een _________
A
Aanhef
B
Jouw naam
C
Afsluiting
D
Leesteken

Slide 4 - Quiz

Schrijf een groet als ___________
A
Groet
B
Voornaam
C
Onderwerp
D
Afsluiting

Slide 5 - Quiz

Eindig met _________
A
Een alinea
B
Een onderwerp
C
Jouw naam
D
Een vraag

Slide 6 - Quiz

Uit welke delen moet je
brief ook alweer
bestaan?

Slide 7 - Mind map

1
2
3
4
5
6
plaats en datum
afsluiting
kern
inleiding
aanhef
slot

Slide 8 - Drag question

Formeel - informeel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Verschil formeel/informeel taalgebruik
Formeel
Informeel
u
jij
meneer, mevrouw
voornaam
geachte
beste, ha, hallo, hoi
hoogachtend, hartelijke groeten, vriendelijke groet
groetjes, doei, later, x
hij, hem, zij
ie, 'm, ze

Slide 11 - Slide

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 12 - Quiz

m.v.g.
A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quiz

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 14 - Quiz


A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quiz

Hey jij

A
informeel
B
formeel

Slide 16 - Quiz

Geachte heer,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz

Groetjes,

Jaël
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quiz

Opdracht
  • Je gaat een persoonlijke brief schrijven aan een vriend, vriendin of kennis. 
  • Gebruik de datum van vandaag.
  • Gebruik een aanhef.
  • Deel je brief in alinea's in.
  • Gebruik een slotgroet en ondertekening.
  • Denk na over het gebruik van u of je. 

DENK AAN HOOFDLETTERS EN PUNTEN! 
Minimaal 10 zinnen. 

timer
15:00

Slide 19 - Slide