Als je een reanimatie start, dan zeg je 'start reanimatie' tegen je telefoon (112).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Je drukt zo'n 5-6cm de borstkas in tijdens het reanimeren (bij een normaal persoon).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
De verhouding bij volwassenen is:
A
5:15:2
B
15:2
C
5:30:2
D
30:2
Slide 8 - Quiz
Wat doe je als de eerste beademing geen effect heeft?
A
Je gaat verder met het geven van borstcompressies
B
Verder gaan met het beademen
C
Controleer of je de hoofdkantel-kinliftmethode goed uitvoert
D
Je blaast nog een keer extra adem in
Slide 9 - Quiz
Iemand heeft een niet-reanimerenverklaring. Wat doe je?
A
Zelf besluiten om het reanimeren te staken
B
Overleggen met meldkamercentralist
C
Het besluit overlaten aan de professionele hulpverlener als deze ter plaatse is
D
Je gaat door met reanimeren
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen een klinische dood en biologische dood?
A
Klinische dood is er sprake van circulatiestilstand, bewusteloosheid en geen ademhaling. Biologische dood zijn de hersencellen onherstelbaar beschadigd.
B
Klinische dood is er sprake van circulatiestilstand en is er totaal geen zuurstof. Biologische dood zijn de hersencellen herstelbaar beschadigd.
C
Klinische dood is er sprake van bewusteloosheid. Biologische dood zijn de hersencellen onherstelbaar beschadigd.
D
Klinische dood is er sprake van geen ademhaling. Biologische dood zijn de hersencellen herstelbaar beschadigd.