What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Schrijfeisen TOA 3F
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Voorwaarden voor het schrijfexamen
1 Nederlandstalig
2 minimaal 80 % van de opdracht
3 goed leesbaar
Slide 2 - Slide
Zes beoordelingscriteria
Samenhang, doel, publiek, woordgebruik, spelling/interpunctie/zinsbouw, leesbaarheid
Slide 3 - Slide
1. Samenhang
goede opbouw
juiste verwijswoorden
correcte voegwoorden
afwisseling in voeg- en verwijswoorden
enige complexiteit in zinsbouw en woordkeus
Slide 4 - Slide
voegwoorden
verwijswoorden
omdat
terwijl
ze
hij
die
hierdoor
hoewel
wat
Slide 5 - Drag question
Wanneer krijg je wat als verwijswoord?
1. na de overtreffende trap
2. na een onbepaald voornaamwoord
3. bij een verwijzing naar een heel zinsdeel
1. Het engste wat ik ooit gedaan heb, was paardrijden.
2. Dat is iets wat ik nooit meer wil doen.
3. Op vakantie gingen we paardrijden, wat ik normaal echt nooit zou doen.
Slide 6 - Slide
Goede opbouw
goede alinea's
indeling in inleiding - kern- slot
Slide 7 - Slide
Wat is een alinea?
Zinnen die bij elkaar horen.
Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.
De inleiding is een alinea.
De kern bestaat vaak uit meer alinea's.
Het slot is een alinea.
Slide 8 - Slide
Geitenboeren die bokjes te snel naar de slacht brengen ... moeten ze hoge boetes geven.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 9 - Quiz
Het ergste ... ze doen is hun honden laten poepen op speelveldjes.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 10 - Quiz
Het boek ... op de elo staat is anders dan waar de docent de vragen uit haalt.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 11 - Quiz
In mijn verslag ... ik vorige week inleverde, stond al dat we op stage geen konijnen hebben.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 12 - Quiz
Mijn klasgenoten mocht ik geen rondleiding geven, ... mijn ouders wel.
A
daarentegen
B
hoewel
C
maar
D
niettemin
Slide 13 - Quiz
Ik kon niet helpen bij de roofvogelshow, want die gingen door corona ... niet door.
A
daarentegen
B
hierdoor
C
immers
D
niettemin
Slide 14 - Quiz
Tip
Liever goede "gemakkelijke" voegwoorden,
dan foute "moeilijke".
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
2. Doel bereiken
De kandidaat werkt de opdrachten adequaat uit, waarmee hij zijn schrijfdoel bereikt.
100 % eisen uit de opdracht;
soms meerdere doelen;
toon is belangrijk.
Kies ook de juiste tekstsoort!
Slide 17 - Slide
Wat is goed? Je solliciteert voor een leuke stageplaats.
A
Ik ben de beste stagiair die er is!!!
B
Vorig jaar heb ik ervaring opgedaan als...
C
U moet MIJ hebben!
D
Wilt u mij alstublieft, alstublieft aannemen?
Slide 18 - Quiz
Wat is goed? Je vraagt om extra subsidie voor je sportclub.
A
We hebben extra geld nodig.
B
We moeten extra geld, anders gaan we failliet.
C
We vragen eenmalig om een extra subsidie.
D
We zouden het heel erg op prijs stellen als u...
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
3. Publiek
De kandidaat past zijn woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Pas je woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Kies voor je of u en hou dat vol!
Wees beleefd bij twijfel.
Slide 21 - Slide
U wilt graag een tussentijds verslag over ons project. Dat kan kort zijn, want we willen ... tijd niet verspillen.
A
je
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 22 - Quiz
Heeyyyy,
Tof dat we morgen met school naar de film gaan. Gaan we met ... auto?
A
jou
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 23 - Quiz
4. Woordenschat en woordgebruik
goede woordenschat (o.a. vaktaal)
variëren met woorden
altijd de juiste voorzetsels
uitdrukkingen
Slide 24 - Slide
Tijdens mijn stage kon ik altijd vertrouwen ... jullie ondersteuning.
A
aan
B
met
C
op
D
van
Slide 25 - Quiz
Op mijn stagebedrijf hadden we te kampen ... wanbetalers.
A
aan
B
met
C
tegen
D
uit
Slide 26 - Quiz
Ik was blij toen ik de eerste dagen ... achter de rug had.
A
achter
B
bij
C
voor
D
tegen
Slide 27 - Quiz
5. spelling, zinsbouw, interpunctie
goedlopende zinnen
alle leestekens (incl. hoofdletters)
werkwoordspelling
heel weinig spelfouten
verbuigingen zijn juist (ons huis, onze buren)
Slide 28 - Slide
Na welk woord schrijf je een komma?
Ik wil graag bij u werken omdat ik veel van cavia's houd.
A
na ik
B
na omdat
C
na werken
D
na cavia's
Slide 29 - Quiz
Na welk woord schrijf je een komma?
We werken erg hard hier in Spanje maar het is wel erg gezellig.
A
na hard
B
na hier
C
na Spanje
D
na maar
Slide 30 - Quiz
In welke zin staan alle hoofdletters goed?
A
op zondag houden de Spanjaarden rust.
B
Op zondag houden de spanjaarden rust.
C
Op zondag houden de Spanjaarden rust.
D
Op Zondag houden de Spanjaarden rust.
Slide 31 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
interessante herinneringen
B
interesante herinneringen
C
interessante herineringen
D
interesante herineringen
Slide 32 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Na aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
B
Naar aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
C
Naar aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
D
Na aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
Slide 33 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
doormiddelvan
B
doormiddel van
C
door middelvan
D
door middel van
Slide 34 - Quiz
6. Leesbaarheid
De kandidaat gebruikt, indien nodig, een heldere lay-out met witregels, kopjes en paragrafen.
Denk aan:
aanhef/titel
witregels
Slide 35 - Slide
Tot slot
getallen tot en met twintig uit te schrijven
Geen afkortingen gebruiken:
Met vriendelijke groet, (NIET: m.vr.gr.)
Geen ECHTER en DAARENTEGEN gebruiken
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Schrijfeisen TOA 3F
April 2022
- Lesson with
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Examen schrijven les 1
February 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Klachtenbrief
January 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Oefenen met woordgebruik
October 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Schrijfexamen
November 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Voorbereiding examen NE schrijven - Entreeopleiding 2F
September 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Klachtenbrief
November 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
2.1 Informatieve teksten schrijven
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1