Schrijfeisen TOA 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Voorwaarden voor het schrijfexamen

1  Nederlandstalig

2 minimaal 80 % van de opdracht

3 goed leesbaar

Zes beoordelingscriteria

Samenhang, doel, publiek, woordgebruik, spelling/interpunctie/zinsbouw, leesbaarheid

1. Samenhang

goede opbouw

juiste verwijswoorden

correcte voegwoorden

afwisseling in voeg- en verwijswoorden

enige complexiteit in zinsbouw en woordkeus

voegwoorden

verwijswoorden

omdat

terwijl

ze

hij

die

hierdoor

hoewel

wat

Wanneer krijg je wat als verwijswoord?

1. na de overtreffende trap

2. na een onbepaald voornaamwoord

3. bij een verwijzing naar een heel zinsdeel

1. Het engste wat ik ooit gedaan heb, was paardrijden.

2. Dat is iets wat ik nooit meer wil doen.

3. Op vakantie gingen we paardrijden, wat ik normaal echt nooit zou doen.

Goede opbouw

• goede alinea's
• indeling in inleiding - kern- slot

 

Wat is een alinea?

• Zinnen die bij elkaar horen.
• Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.

• De inleiding is een alinea.
• De kern bestaat vaak uit meer alinea's.
• Het slot is een alinea.

Geitenboeren die bokjes te snel naar de slacht brengen ... moeten ze hoge boetes geven.

1. die
2. dat
3. wat

Het ergste ... ze doen is hun honden laten poepen op speelveldjes.

1. die
2. dat
3. wat

Het boek ... op de elo staat is anders dan waar de docent de vragen uit haalt.

1. die
2. dat
3. wat

In mijn verslag ... ik vorige week inleverde, stond al dat we op stage geen konijnen hebben.

1. die
2. dat
3. wat

Mijn klasgenoten mocht ik geen rondleiding geven, ... mijn ouders wel.

1. daarentegen
2. hoewel
3. maar
4. niettemin

Ik kon niet helpen bij de roofvogelshow, want die gingen door corona ... niet door.

1. daarentegen
2. hierdoor
3. immers
4. niettemin

Tip

Liever goede "gemakkelijke" voegwoorden,

dan foute "moeilijke".

2. Doel bereiken

De kandidaat werkt de opdrachten adequaat uit, waarmee hij zijn schrijfdoel bereikt.

• 100 % eisen uit de opdracht;
• soms meerdere doelen;
• toon is belangrijk.
• kies ook de juiste tekstsoort! 

Wat is goed? Je vraagt om extra subsidie voor je sportclub.

1. We hebben extra geld nodig.
2. We moeten extra geld, anders gaan we failliet.
3. We vragen eenmalig om een extra subsidie.
4. We zouden het heel erg op prijs stellen als u...

3. Publiek

De kandidaat past zijn woordgebruik en toon aan het publiek aan.

Pas je woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Kies voor je of u en hou dat vol!
Wees beleefd bij twijfel.

U wilt graag een tussentijds verslag over ons project. Dat kan kort zijn, want we willen ... tijd niet verspillen.

1. je
2. jouw
3. u
4. uw

Heeyyyy,
Tof dat we morgen met school naar de film gaan. Gaan we met ... auto?

1. jou
2. jouw
3. u
4. uw

4. Woordenschat en woordgebruik

• goede woordenschat (o.a. vaktaal)
• variëren met woorden
• altijd de juiste voorzetsels
• uitdrukkingen
  

Tijdens mijn stage kon ik altijd vertrouwen ... jullie ondersteuning.

1. aan
2. met
3. op
4. van

Op mijn stagebedrijf hadden we te kampen ... wanbetalers.

1. aan
2. met
3. tegen
4. uit

Ik was blij toen ik de eerste dagen ... achter de rug had.

1. achter
2. bij
3. voor
4. tegen

5. spelling, zinsbouw, interpunctie

• goedlopende zinnen
• alle leestekens (incl. hoofdletters) 
• werkwoordspelling
• heel weinig spelfouten
• verbuigingen zijn juist (ons huis, onze buren)
  

Na welk woord schrijf je een komma?
Ik wil graag bij u werken omdat ik veel van cavia's houd.

1. na ik
2. na omdat
3. na werken
4. na cavia's

Na welk woord schrijf je een komma?
We werken erg hard hier in Spanje maar het is wel erg gezellig.

1. na hard
2. na hier
3. na Spanje
4. na maar

In welke zin staan alle hoofdletters goed?

1. op zondag houden de Spanjaarden rust.
2. Op zondag houden de spanjaarden rust.
3. Op zondag houden de Spanjaarden rust.
4. Op Zondag houden de Spanjaarden rust.

Wat is goed geschreven?

1. interessante herinneringen
2. interesante herinneringen
3. interessante herineringen
4. interesante herineringen

Wat is goed geschreven?

1. Na aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
2. Naar aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
3. Naar aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
4. Na aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...

Wat is goed geschreven?

1. doormiddelvan
2. doormiddel van
3. door middelvan
4. door middel van

6. Leesbaarheid

De kandidaat gebruikt, indien nodig, een heldere lay-out met witregels, kopjes en paragrafen.

Denk aan:

• aanhef/titel
• witregels

Tot slot

• getallen tot en met  twintig uit te schrijven
• Geen afkortingen gebruiken: 
• Met vriendelijke groet, (NIET: m.vr.gr.)