MM2-1.1

1 / 37
next
Slide 1: Slide
M&MMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1.1 Hoe ontstond industrie?
deel 1

Slide 2 - Slide

1. Introductie
2. Leervragen 1.1 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 3 - Slide

Leervragen
uitleggen hoe het productieproces verliep van textiel met huisnijverheid. 
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen waarom we deze tijd de moderne tijd noemen. 
uitleggen welke nieuwe energiebron werd ontdekt in deze tijd. 
uitleggen in welk land en op welke plekken fabrieken ontstonden. 
de jaartallen van het tijdvak van Burgers en stoommachines noemen. 

Slide 4 - Slide

Hoe wordt kleding voor de industriële revolutie gemaakt van grondstof tot eindproduct?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Extra oefenen!
BK: Seterra Azië
KGT: Seterra Azi

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 8-9-10-11- 12 (t/m vraag 5)    
  • KGT: bladzijde 8-9-10-11-12

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 15 - Slide

Het tijdvak van burgers en stoommachines duurde van
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 16 - Quiz

Wanneer werd de stoommachine uitgevonden?
A
1789
B
1780
C
1815
D
1848

Slide 17 - Quiz

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Verenigde Staten van Amerika
D
Engeland

Slide 18 - Quiz

Waarom wordt deze tijd de moderne tijd genoemd?
A
Door de komst van Koning Willem 1 veranderd er veel in het leven van de mensen.
B
Door de Bataafse revolutie veranderde er veel in het leven van de mensen.
C
Door de uitvinding van steenkool veranderd er veel in het leven van de mensen.
D
Door huisnijverheid en bedrijfjes veranderde er veel in het leven van mensen.

Slide 19 - Quiz

Welke nieuwe energiebron werd er ontdekt?
A
waterkracht
B
olie
C
steenkool
D
stoom

Slide 20 - Quiz

Welke 2 grondstoffen waren veel nodig bij de eerste frabrieken?
A
Steenkool en ijzer
B
olie en ijzer
C
bakstenen en olie
D
olie en bakstenen

Slide 21 - Quiz

voor de
industriële revolutie
Na de industriële revolutie
huisnijverheid
spierkracht
stoomkracht 
waterkracht
boeren en ambachtslieden 
steenkool
spoorwegen
kanalen
fabrieken
kleine bedrijfjes

Slide 22 - Drag question

1.1 Het leven van jager-verzamelaars
deel 
1.1 Hoe ontstond industrie?
deel 2

Slide 23 - Slide

1. Introductie
2. Leervragen 1.1 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 24 - Slide

Leervragen
 2 redenen noemen waarom in NL de industrialisatie er nog niet was in de 
 18e eeuw.
Aan het eind van de les kan je...
 uitleggen hoe en wanneer NL weer een koninkrijk werd en over welke  
 gebieden. 
 uitleggen hoe en wanneer de industrialisatie in NL op gang kwam. 
 2 veranderingen noemen door de industriële revolutie en 1 ding dat hetzelfde 
 bleef.
 uitleggen wat continuïteit is. 

Slide 25 - Slide

Hoe kan het dat er in België Frans wordt gesproken???

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

door oorlogen was er weinig geld om te investeren
Ondernemers vonden molens nog prima werken
Er was geen ijzererts in NL
Er waren noet voldoende boter voor vervoer van grondstoffen
er was geen steenkool in NL
Napoleon gebruikte de grondstoffen voor Frankrijk
Om welke 2 redenen wat NL begin 18e eeuw nog niet geïndustrialiseerd?

Slide 31 - Drag question

Hoe weer NL weer een koninkrijk?
A
Door de Bataafse revolutie in 1785 werd de regering afgezet
B
Napoleon vraagt de zoon van Willem V in 1815 om terug te keren als koning van NL.
C
De overwinnaars op Napoleon vragen in 1815 aan de zoon van Willem V om koning van NL te worden.
D
In 1815 komt de zoon van de gevluchte Willem V naar NL om de macht op te eisen als Koning van NL.

Slide 32 - Quiz

Wat liet Koning Willem 1 aanleggen spoorlijnen aanleggen, kanalen graven en bruggen bouwen?
A
om grondstoffen te vervoeren
B
om snel naar zijn paleizen te kunnen reizen
C
Om de bevolking tevreden te houden
D
Om werk te geven aan de werkloze mensen

Slide 33 - Quiz

Wat betekend continuïteit?
A
Iets wat steeds in het nu is.
B
iets war veranderd
C
iets dat op dezelfde plek blijft.
D
Iets wat hetzelfde blijft.

Slide 34 - Quiz

ondernemer met klein bedrijf en weinig personeel
werkgever met grote fabriek met veel personeel
Baas kent zijn werknemers niet persoonlijk
Baas kent zijn werknemers
meeste mensen zijn arm
meeste mensen zijn arm
voor de industriële revolutie
na de industriële revolutie

Slide 35 - Drag question

Aan de slag
STAP 1
klaar
Goed zo, laat het zien aan je docent!

Daarna: lezen in je leesboek



vooruitblik volgende les. 
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde   12 t/m 16                                
  • KGT: bladzijde 13 t/m 17
                                  

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 36 - Slide

MM2-1.1

Slide 37 - Slide