Les 1: Verbo Ser & Estar

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: PTO 2 lesstof 
C. Inzage: toets
D. Doornemen: Woordenlijst
E. Herhalen: Verbo SER 
F. Maken:  
G. Afsluiting


Después de la clase...
Ken je de vervoeging van Ser & Estar
Ken je de verschillen tussen Ser & Estar

Los deberes para la próxima clase:
Lezen:  Bron 2.1 bron A en B
Maken: Opdracht 12 a en b & opdracht 13 C
Lesprogramma

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

PTO 2
Grammatica:
  • Verbo Estar
  • Verbo HAY
  • Verbos regulares

Voc:
  • Gebouwen
  • Winkels
  • Je eigen huis
  • Vraagwoorden

Slide 4 - Slide

Woordenlijst

Slide 5 - Slide

 Huiswerk controleren

Slide 6 - Slide

IK WEET WAT DE WERKWOORD:
SER
IK WEET HET NIET
JA
NEE

Slide 7 - Poll

Wat betekent het werkwoord SER

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

VERBO SER

Slide 11 - Slide

VERBO ESTAR

Slide 12 - Slide

Ik snap het verschil tussen SER en ESTAR
Ja
Nee
Niet helemaal

Slide 13 - Poll

 
Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ESTAR in.
1. Nosotros_____________en Europa.
2. Miguel______________viendo la tele.
3. La sopa___________caliente.
4. Los hijos de José_____________enfermos.
5. Cristóbal Colon_____________muerto.
6. La calle Pampuslaan_____________a la derecha.
7. El colegio_______________cerrado en vacaciones.
A practicar!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide