Les 3: Herhaling verbo ser y estar en Verbo Hay

Bienvenidos a la clase de español

In 5 minuten starten we met de les
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español

In 5 minuten starten we met de les

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: Les en absentie
B. Herhalen: Ser & Estar
C. Doornemen: Hay
D. Doornemen: Woordenlijst
E. Maken: Opdracht 8 en 9 pagina 13
F. Afsluiting


Después de la clase...
  • Ken je de verschillen tussen ESTAR, SER en HAY.
  • Ken je de woorden van 2.2 bron C
Los deberes para la próxima clase:
Lezen:  Bron 2,1 bron A en B
Leren: Bron 2.2 bron C
Maken: 
Lesprogramma

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Ik weet wat de WERKWOORDEN:
SER & ESTAR betekenen
JA
NEE

Slide 5 - Poll

Wat betekent het werkwoord SER en ESTAR?

Slide 6 - Open question

SER, ESTAR of HAY? (De drie vertalingen van zijn)
De drie betekenissen van ZIJN in het Spaans:

a) SER = zijn
b) ESTAR = zijn (zich bevinden)
c) HAY = er is of er zijn (hay heeft geen vervoeging en
verandert dus nooit!)
Hay is onveranderlijk en betekent ER IS, ER ZIJN
Je hoeft dus geen rijtje te leren!

Slide 7 - Slide

SER, ESTAR of HAY? (De drie vertalingen van zijn)
In het schema hieronder kun je lezen in welke situaties je welke vorm van
‘zijn’ je moet gebruiken:
SER
ESTAR
HAY
Nationaliteit
Beroep
Uiterlijk
De kloktijden
Eigendom
Zich bevinden
Plaatsbepaling
Toestand
ER is
ER zijn

Slide 8 - Slide

SER, ESTAR of HAY? (De drie vertalingen van zijn)
Wanneer gebruiken we HAY?

Als je in de Nederlandse vertaling het woordje ‘er’ hoort of ziet.

Wanneer gebruiken we SER?
Wanneer je het hebt over nationaliteit, eigendom, een beschrijving, beroep
of datum/tijd.

Wanneer gebruiken we ESTAR?
Wanneer je het hebt over een tijdelijke situatie (ziek, moe, verdrietig) of
wanneer je wilt aangeven waar iets of iemand is (plaatsbepaling).




Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Opdracht:
Maken: opdrachten op werkblad
Hulp nodig?
Vinger opsteken en ik kom naar je toe. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide