Hst 1: Klassikaal

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

verkort lesrooster
Hst 1

Slide 2 - Slide

Deze les:
Rood: 
- Doet mee met deze Lessonup

Geel/ Groen:
- Meedoen met deze Lessonup
- Maken oefen SE hst 1, hst 11 en hst 12
- Maken oefeningen hst 1
- Zelfstandig 
Herhaling hst 1

Slide 3 - Slide

Boek blz 8 t/m 13

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In de afbeelding zie je een kruising tussen een ezel en een paard.
Leg uit waaraan je kan bepalen of ezels en paarden tot de zelfde soort behoren.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Boek blz: 14 t/m 17

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 10 - Drag question

Boek blz: 18 t/m 21

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

bladgroenkorrels
Celwand
Cytoplasma
Celkern
Celmembraan
Plantencel
Dierencel

Slide 13 - Drag question


Kirsten krijgt de opdracht een preparaat van een weefsel te bekijken.
Welk van deze preparaten moet Kirsten dan bekijken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Boek blz: 22 t/m 26

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

bacteriën en schimmels planten zich voort door deling
A
alleen bacteriën
B
alleen schimmels
C
bacteriën en schimmels

Slide 17 - Quiz

Bij een temperatuur van 4 graden Celsius
A
Groeien bacteriën niet
B
Groeien bacteriën langzaam
C
Groeien bacteriën snel
D
Gaan bacteriën dood

Slide 18 - Quiz

Boek blz: 27 & 28

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Sleep de juiste cel naar de voedselkringloop.

Slide 21 - Drag question

Boek blz: 29 t/m 33

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 24 - Quiz


Supersoja zitten o.a. in vleesvervangende producten. 
GGO sojabonen bevatten genen van andere soorten waardoor ze meer eiwitten bevatten dan gewone sojabonen. Anderen zijn veranderd waardoor de planten ongevoelig zijn geworden voor glyfosaat, een onkruidbestrijdingsmiddel. Glyfosaat wordt door planten opgenomen. Het onkruid gaat daardoor dood, maar de transgene sojaplanten niet. Gebleken is dat in het milieu achtergebleven niet-opgenomen glyfosaat sneller wordt afgebroken dan andere onkruidbestrijdingsmiddelen. 
A
Hier is sprake van klassieke biotechnologie
B
Hier is sprake van moderne biotechnologie
C
De biotechnologie speelt bij het ontstaan van de supersoja geen rol
D
Supersoja bestaat helemaal niet

Slide 25 - Quiz

Leg het verschil uit tussen moderne biotechnologie en traditionele biotechnologie.

Slide 26 - Open question

Hoe te leren:
  • Maak een begrippenlijst van hst 1.

  • Maak een mindmap of een systematische samenvatting van elke paragraaf.
  • Maak de oefentoetsen op de digitale omgeving. Kijk daar waar je nog oefening in nodig hebt.
  • Ga naar biologiepagina voor uitlegfimpjes en het oefenen van examenopdrachten.
  • Ga naar examensite en oefen per onderwerp.

Slide 27 - Slide

Heel veel succes!!
Heb je vragen, stuur mij een bericht via teams!

Leren: Hst 1, hst 11 en hst 12

Slide 28 - Slide