H2 retailmarketing

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Commercieel 1MBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Nakijken H1
Theorie uitleg H2
Opdrachten maken H2

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Je hebt kennis van en inzicht in:
• De locatie
• De omgeving
• De doelgroep
• De locatie van de concurrenten
• De bereikbaarheid
• De voor- en nadelen van de locatie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

VPO staat voor...
A
VestingsPlaatsOntwerp
B
VerschuivingPlaatsOnderzoek
C
VestigingsPlaatsOnderzoek
D
VerschuivingPeriodeOnderzoek

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Factoren
Demografisch -->  man/vrouw/leeftijd
Economisch --> inkomsten
Sociaal --> lifestyle,welstandsklasse
Verschuivingen in de doelgroep --> vergrijst de bevolking of wordt er veel gebouwd waardoor je verjonging verwacht?

Slide 9 - Slide

In Zwolle Stadshagen wordt een nieuwe woonwijk gebouwd, met voornamelijk eengezinswoningen. In het oudere gedeelte naast deze wijk wonen voornamelijk 40+ ers. Naar welk onderdeel van de doelgroep kijken we dan vooral als we een nieuwe winkel willen openen?
A
Demografisch
B
Lifestyle
C
sociale klasse
D
Verschuivingen in de doelgroep

Slide 10 - Quiz

Customer journey
Bestaat uit:
Kennismaking met je assortiment (bewustwordingsfase)
in de winkel komt ervaren (onderzoeksfase)
Aankoop doet online of fysiek (aankoopfase)

Slide 11 - Slide

Klantreis (customer journey) is...
A
de bus/auto rit die de klant aflegt om naar jouw winkel te komen
B
de reis die de klant aflegt tot de aankoop van jouw product
C
het vervoersmiddel dat een klant gebruikt om bij jouw winkel te komen
D
Een online aankoop doen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Potentiële omzet berekenen:
Er wonen 5.000 mensen in de wijk Berkum in Zwolle. Gemiddeld geeft per hoofd van de bevolking €200 uit per kwartaal. Hoeveel is de potentiële omzet per hoofd van de bevolking?

A
48.480.000
B
400.000
C
4.400.000
D
1.00.000

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

In Zwolle zitten veel kledingwinkels. Totaal is er in de kledingbranche in Zwolle in Juli €4.000.000 uitgegeven. De omzet was in Juli bij de Only €1.250.000 Hoeveel is het marktaandeel van de Only in Juli geweest?
A
30%
B
3,125%
C
31,25%
D
40%

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken
Losse blaadjes gekopieërd
Ja, alle opdrachten.

Slide 21 - Slide

Lesplanning
Nakijken vorige opdrachten
Verdere uitleg H2
Losse opdrachten behorend bij H2 maken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Voorbeeld berekeningen
Omzet per vierkante meter winkeloppervlakte

Omzet per vierkante meter bedrijfsvloeroppervlakte

Omzet per FTE

Slide 25 - Slide

Jan heeft een elektronica winkel. Zijn winkel is 125m2 en zijn magazijn is 25 m2. Per m2 is het branchegemiddelde €1150 Bereken op basis van de branchegegevens de omzet per WVO voor Jan.

Slide 26 - Open question

Jan heeft een elektronica winkel. Zijn winkel is 125m2 en zijn magazijn is 25 m2. Zijn gemiddelde maandelijkse omzet is €1.150 per M2 Wat is Jan zijn omzet per BVO?

Slide 27 - Open question

Opdracht: Stel je hebt een winkeltje met 30 m2 vloeroppervlakte en €135.000 als gewenste omzet. Er zijn 3 mensen in dienst, Carla werkt 20 uur, Johan werkt 30 uur en Lies werkt ook 30 uur. Wat is dan de omzet per fte?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

losse rekenopdracht maken

Slide 33 - Slide

Toevloeiing:  
Stel, een kleine stad heeft een winkelcentrum dat uniek is in de regio, met winkels die nergens anders in de buurt te vinden zijn. Mensen uit omliggende dorpen en steden komen naar dit winkelcentrum om te winkelen, waardoor de stad extra klanten en inkomsten krijgt. Dit is toevloeiing omdat klanten van buiten het marktgebied naar binnen komen.

Slide 34 - Slide

Afvloeiing:
 Aan de andere kant kan een groot winkelcentrum net buiten de stad worden gebouwd. Inwoners van de stad besluiten om voortaan naar dat winkelcentrum te gaan in plaats van in hun eigen stad te winkelen. De stad verliest hierdoor klanten en inkomsten aan een andere regio. Dit is afvloeiing omdat klanten het marktgebied verlaten om elders te kopen.

Slide 35 - Slide

Toevloeiing:
Opgave
Stel dat in een kleine stad een nieuw winkelcentrum wordt geopend met een unieke bioscoop die omliggende steden niet hebben. Hoe zal dit de toevloeiing of afvloeiing beïnvloeden?

Slide 36 - Slide

Toevloeiing:
Antwoord 
Dit zal zorgen voor toevloeiing. De omliggende steden hebben geen bioscoop, dus mensen uit deze steden zullen naar de stad komen om van de bioscoop te genieten, waardoor het aantal bezoekers in de stad toeneemt.

Slide 37 - Slide

Afvloeiing:
Opgave
Een nieuw outlet-winkelcentrum wordt gebouwd aan de rand van de stad, dicht bij een snelweg die naar grotere steden leidt. Wat is het effect van dit centrum op de toevloeiing of afvloeiing van klanten uit de stad?

Slide 38 - Slide

Afvloeiing:
Antwoord:
Dit zal leiden tot afvloeiing. Inwoners van de stad die eerder lokaal winkelden, kunnen nu besluiten om naar het outlet-winkelcentrum te gaan, waardoor de stad klanten verliest aan een ander gebied.

Slide 39 - Slide

Toevloeiing:
Opgave 1:
Een stad met 50.000 inwoners heeft een winkelcentrum dat jaarlijks 20.000 bezoekers van buiten de stad trekt. Na de opening van een nieuw attractiepark in de stad, stijgt het aantal bezoekers van buiten de stad naar 35.000 per jaar. Wat is de toename in toevloeiing als percentage van het oorspronkelijke aantal bezoekers van buiten de stad?


Slide 40 - Slide

Toevloeiing:

Slide 41 - Slide

Afvloeiing:

Slide 42 - Slide