Lon Starttaal Vooraf Thema 1 les 4

Lon Starttaal Vooraf Thema 1 les 4 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lon Starttaal Vooraf Thema 1 les 4 

Slide 1 - Slide

H4 Taalverzorging
Hoofdletters en Leestekens

Slide 2 - Slide

Leestekens
  • Een leesteken is een teken dat in tekst gebruikt wordt om de tekst makkelijker te kunnen lezen.
  • De verzameling en het gebruik van leestekens noemen wij interpunctie.
  • Leestekens aan het einde van een zin:
    Punt ( . )
    Vraagteken ( ? )
    Uitroepteken ( ! )

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 4 - Open question

Wanneer een hoofdletter?
Aan het begin van een zin.
Bij eigen namen.
& Bij aardrijkskundige namen.

Slide 5 - Slide


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 6 - Quiz


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 7 - Quiz


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Nikkie de Jager
B
Nikkie De Jager
C
nikkie de jager
D
Nikkie De jager

Slide 8 - Quiz

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Pasen
B
nederland
C
de lente
D
God

Slide 9 - Quiz

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Mohammed
B
de Rabobank
C
de tweede wereldoorlog
D
Suikerfeest

Slide 10 - Quiz


Wanneer schrijf je '?'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 11 - Quiz


Wanneer schrijf je '!'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 12 - Quiz


Wanneer schrijf je '.'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 13 - Quiz


Welke zin is goed?
A
Ik heb thuis veel privacy?
B
Ik heb thuis veel privacy.
C
ik heb thuis veel privacy!
D
Ik heb thuis veel privacy!

Slide 14 - Quiz


Welke zin is goed?
A
Doe de deur dicht?
B
Doe de deur dicht.
C
Doe de deur dicht!
D
doe de deur dicht!

Slide 15 - Quiz

Opdracht
Je ziet na deze dia 5 zinnen.
In iedere zin zijn hoofdletters en leestekens vergeten.
Zet de hoofdletters en leestekens op de goede plek in de zin.
Je hebt 1 minuut de tijd om de zin goed over te typen. 

Succes!

Slide 16 - Slide

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ik fiets naar de supermarkt

Slide 17 - Open question

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

peter en sanne gaan naar opa en oma

Slide 18 - Open question

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ik loop naar school

Slide 19 - Open question

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ga je mee naar de speeltuin

Slide 20 - Open question

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ik woon in nederland waar woon jij

Slide 21 - Open question