Deviant thema wonen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Thema wonen

H4 Taalverzorging

Hoofdletters en Leestekens

Leestekens

• Een leesteken is een teken dat in tekst gebruikt wordt om de tekst makkelijker te kunnen lezen
• De verzameling en het gebruik van leestekens noemen wij interpunctie.
• Leestekens aan het einde van een zin:
  Punt ( . )
  Vraagteken ( ? )
  Uitroepteken ( ! )

Wanneer een hoofdletter?

-Aan het begin van een zin.

-Bij eigen namen.

-Bij aardrijkskundige namen / plaatsnamen.

Opdracht

Je ziet na deze dia 5 zinnen.

In iedere zin zijn hoofdletters/leestekens vergeten.

Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek in de zin.

Succes!

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ik fiets naar de supermarkt

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

peter en sanne gaan naar opa en oma

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

ik loop naar school

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

wij gaan naar rotterdam

Typ onderstaande zin over. Zet de hoofdletters/leestekens op de goede plek:

petra is ziek maar knapt al wat op

Uitleg 1 - de uitdrukking

Een uitdrukking is een vorm van figuurlijk taalgebruik. Uitdrukkingen zijn uitspraken die mensen wel eens doen en die vaak al heel lang bestaan. Soms is er een wijze les in verwerkt.

Bijvoorbeeld

oost west, thuis best.	Je voelt je thuis het meest op je gemak.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens anders.	Het is nergens zo fijn als thuis.
heel wat in huis hebben.	Heel veel kunnen.
Op iemand kunnen bouwen.	Iemand kunnen vertrouwen.

Wat betekent...

Bergen verzetten?

Wat betekend...

Werken als een paard?

Wat betekent...

Werk aan de winkel?

Wat betekent...

Oost west thuis best?

Hoe heet dit soort huis?

Hoe heet dit soort huis?

Een klein deel van een stad of dorp.

Een deel van een stad of dorp met naam.

Het midden van een stad of dorp.

Je officieel ergens voor aanmelden.

Geld betalen om iets te gebruiken van iemand anders.

Het gebied buiten de stad met weilanden.

Het hele gebied met burgemeester.

Iets veranderen door te bouwen/afbreken.

Het gebouw

Iemand die in een bepaalde plaats of land woont.

de buurt

het centrum

de gemeente

huren

inschrijven

de inwoner

het pand

het platteland

de wijk

verbouwen

Hij......(werken) de hele dag

1. werken
2. werkd
3. werkt

Wij......(zeuren) op school.

1. zeur
2. zeurd
3. zeurt
4. zeuren

De dame......(gaan) naar de kapper.

1. gaan
2. gaad
3. ga
4. gaat

Leo......(vinden) het heel erg naar.

1. vind
2. vindt
3. vinden
4. vint