Word order: Time and Place
Je hebt geleerd dat een goede Engelse zin bestaat uit:
WIE/DOET/WAT/WAAR/WANNEER
(onderwerp/werkwoorden/rest)
Dit is een vaste volgorde, dus leer het zinnetje hierboven uit je hoofd.
I/ am going / to visit my friend/ in Paris/ next week.
I=WIE/ am going=DOET/ to visit=WAT/my friend in Paris=WAAR/next week =WANNEER