5 havo Examen

Vraag 1
Wat betekent het woord "Tatsache"
1 / 32
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Vraag 1
Wat betekent het woord "Tatsache"

Slide 1 - Open question

Vraag 1
Wat betekent het woord "gewissermaßen"?

Slide 2 - Open question

Hier type je het antwoord van vraag 1 in
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 3 - Quiz

Vraag 2
Welk signaal zie je in de tekst voor het geven van een verklaring/uitleg?

Slide 4 - Open question

Vul hier het antwoord van vraag 2 in.

Slide 5 - Open question

Vraag 3
Op welk type signaalwoorden ga je letten bij deze vraag?

Slide 6 - Open question

Vul hier het antwoord van vraag 3 in.

Slide 7 - Open question

Hier kies je het antwoord van vraag 4
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort vraag is vraag 5? Kies:
A
inhoudsvraag
B
vraag naar verbanden
C
samenvattingsvraag
D
citeervraag

Slide 9 - Quiz

Vraag 5
Wat betekent het woord "allerdings"?

Slide 10 - Open question

Vraag 5
Welk signaalwoord geeft in alinea 5 een reden aan?

Slide 11 - Open question

Vraag 5
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quiz

Vraag 6 - Hauptgedanke
Welke strategie pas je
toe?
A
eerste en laatste zin van alinea lezen
B
scannen op getallen
C
letten op signaalwoorden
D
alinea goed begrijpen - woorden opzoeken

Slide 13 - Quiz

Vraag 6
A
A
B
B
C
C

Slide 14 - Quiz

Vraag 7 is een waarom-vraag. Dan ga je op zoek naar een reden. Welk signaalwoord voor een reden kun je vinden?

Slide 15 - Open question

Vraag 7
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

Wat voor soort vraag is vraag 8
A
inhoudsvraag
B
vraag naar verbanden
C
citeervraag
D
samenvattingsvraag

Slide 17 - Quiz

Welke signaalfunctie heeft het woord "allerdings"
A
inperking
B
concretisering
C
conclusie
D
samenvatting

Slide 18 - Quiz

Vraag 8
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quiz

Vraag 9
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quiz

Vraag 10
Deze bespreken we kort

Slide 21 - Open question

Uit hoeveel elementen bestaan alle antwoordopties bij vraag 11? Noteer een cijfer.

Slide 22 - Open question

Als de antwoordopties uit 2 elementen bestaan ga ik op zoek naar signaalwoorden voor:
A
een tegenstelling
B
een conclusie
C
een samenvatting
D
een opsomming

Slide 23 - Quiz

Vraag 11
Kies
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 24 - Quiz

Vraag 12
kies
A
A
B
B
C
C

Slide 25 - Quiz

Vraag 13
Kies
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 26 - Quiz

Vraag 14
Het goede antwoord is:

Slide 27 - Open question

Vraag 15

Slide 28 - Open question

Vraag 16
Het goede antwoord is:

Slide 29 - Open question

Vraag 17
Citeer het zelfstandig naamwoord

Slide 30 - Open question

Vraag 18
Kies
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 31 - Quiz

Vraag 19
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 32 - Quiz