Mensfilosofie

Filosofie
Van de Griekse natuurfilosofen tot de Romeinse mensfilosofie
Verplicht luisterfragmentje
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Latijn en GrieksSecundair onderwijs

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Filosofie
Van de Griekse natuurfilosofen tot de Romeinse mensfilosofie
Verplicht luisterfragmentje

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is je bijgebleven van de Griekse natuurfilosofen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

   De 'mens'-filosofie
5de-4de eeuw v. Chr.: gouden eeuw van Athene
-> bloei van politiek, geschiedschrijving, cultuur, wetenschappen, democratie, ... én uiteraard filosofie!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

De sofisten ken je al vanuit de retoriek. Wat is voor hen belangrijk?
A
Gelijk krijgen
B
Gelijk hebben

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is volgens de sofisten de waarheid objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Sofisten
- rondtrekkende leraren
- worden al snel schijngeleerden genoemd
- Relativisme: geen absolute waarheid! 
'De mens is de maat van alle dingen'


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over Socrates?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Wie?
Socrates was een opvallend figuur in het Athene van de 5de-4de eeuw v. Chr. Hij zou heel lelijk en irritant geweest zijn. 
Wat?
Socrates zijn filosofische methode was op basis van het inzicht dat de mens niets wist. Daarom stelde hij vragen:
Vragen -> tegenspraak met jezelf
Vragen -> spontaan het juiste antwoord (anamnese)
We noemen dit de 'techniek van de vroedvrouw'. 

Wat?
Ook zocht hij al discussiërend naar definities van algemene begrippen vb. liefde, rechtvaardigheid,... (=dialectische methode)
-> Wie het goede kent, zal ook het goede doen. Als je het niet kent, kan je ook niet goed doen. 

Zijn einde
Aangeklaagd voor goddeloosheid & bederven van jeugd, maar eigenlijk tegen aspecten van democratie.
Hij kon nog ontkomen, maar vond dat als de Atheners vonden dat hij moest sterven, hij ook trouw moest blijven aan hun wil en wet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waaraan denk je bij 'Plato'?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

1

Slide 11 - Video

This item has no instructions

00:26
Deze concepten heeft hij gebaseerd op...
A
De natuurfilosofen
B
De sofisten
C
Socrates
D
Aristotels

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Plato
- Schrijver van dialogen en brieven -> via hem is Socrates nooit vergeten
-Ideeënleer
- Dualist
- Ideale Staat


Verplicht luisterfragmentje

Slide 13 - Slide

Filmpje?!
4

Slide 14 - Video

This item has no instructions

   De Hellenistische filosofie
Vanaf 4de eeuw v. Chr.:
- epicurisme
- stoïcisme
- scepticisme

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

00:16
Aristoteles is enkel filosoof.
Waar
Niet-waar

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

00:56
Plato is dus een...
A
monist
B
dualist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

01:16
De metafysica van Aristoteles 
Ideeën zijn voor hem vormen die de stof tot een ding/levend wezen maken.
DUS stof-vorm is voor hem essentieel.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

02:13
Hoe kan je goed handelen volgens Socrates?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

5

Slide 20 - Video

This item has no instructions

00:54
Wat is hedonisme
A
een levenswijze die veel pijn veroorzaakt
B
een levenswijze die streeft naar genot
C
een levenswijze van gelukkige mensen
D
een mengeling van pijn en genot

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

01:28
som (één per één) de kernwaarden van het epicurisme op.

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

02:11
Op welke natuurfilosoof baseert hij zich dan?
A
Heraclitus
B
Anaxagoras
C
Democritus
D
Empedocles

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

02:34
Hoe staat Epicurus tegenover angst voor de goden en angst voor de dood?
A
De goden zorgen ervoor dat je niet bang moet zijn voor de dood.
B
De goden en de dood bestaan niet.
C
De goden bemoeien zich niet met de mens en de dood komt pas als de mens er niet meer is.
D
Goden zijn pas belangrijk voor de mens na de dood.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

02:39
Geef één kernwoord om het epicurisme te typeren.

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

6

Slide 26 - Video

This item has no instructions

00:15-00:17
predicamant?

netelige situatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

01:01
Wat onderwijst Zeno?
A
atomenleer en zelfcontrole
B
moed, verdraagzaamheid en zelfcontrole
C
emotieloosheid en zelfcontrole
D
boekenwijsheid en zelfcontrole

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

01:11-01:13
disciples?
leerlingen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

01:20
Wat verstaat men nu onder stoïcijns?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

01:49
Waar heeft de mens geen invloed op?
De gebeurtenissen die ons overkomen.
1
Wat kan de mens wél zelf bepalen?
de manier waarop we op gebeurtenissen reageren.
2

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

02:28
Wat zijn de vier pijlers van het Stoïcisme?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Stoïcisme
→ Stichter: Zeno van Citium
→ Basis: de logos ordent het universum en is overal aanwezig. 
→ Levenswijze: De mens moet leven volgens de logos, dus mag geen overdreven gevoelens koesteren.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Het scepticisme
We kunnen enkel en alleen gelukkig zijn als we beseffen dat de wereld waarin we leven misschien niet de echte werkelijkheid is. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Heb je nog vragen,opmerkingen,...?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions