4basis-thema 4 voeding en vertering

Thema 4 voeding en vertering

Basisstof 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

4 basis
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 4 voeding en vertering

Basisstof 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

4 basis

Slide 1 - Slide

https://LessonUp.app/invite/group/. . . . .
Lisa, Gerard, Jetze en Sil, code sohsk
Elke, Chris, Darryl en Kim, code vmrki

Slide 2 - Slide

eerst herhaling...

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoel
1. Je weet het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof
2. Je weet de vier functies van voedingsstoffen

Slide 5 - Slide

Door welk organisme (reducent) is dit voedsel bedorven?
A
bacteriën
B
schimmels

Slide 6 - Quiz

Door welk organisme/reducent is dit voedsel (kipfilet) bedorven?
A
bacterien
B
schimmels

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je dit voorkomen?

Slide 8 - Open question

Basisstof 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

&
Reserve stoffen
Water
Mineralen
Eiwitten
Vitaminen
Koolhydraten
Vetten

Slide 14 - Drag question

Onjuist
Juist
Gist is nodig bij de productie van bier.
Door augurken in zuur te leggen, bederven ze sneller.
Voor het herstel v/h lichaam na een verwonding zijn bouwstoffen nodig.
Voedingsvezel is een beschermende stof.
Vooral door het eten van gekookte producten ontstaat voedselvergiftiging.

Slide 15 - Drag question

Zijn de volgende beweringen onjuist of juist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
In alcohol zitten veel koolhydraten.
Baby’s en pubers hebben veel bouw- en brandstoffen nodig. 
Een meisje van veertien jaar verbruikt minder energie dan een jongen
  van veertien jaar. 
Een bejaarde heeft meer bouwstoffen nodig dan een puber. 
Een voetballer van zeventien jaar heeft meer brandstof nodig dan een
  even oude jongen die in zijn vrije tijd veel leest. 

’s Zomers heb je meer brandstoffen nodig dan ’s winters. 
Een opgroeiende jongen heeft verhoudingsgewijs meer bouwstoffen
nodig dan een jongen die uitgegroeid is. 

Een volwassen vrouw heeft geen bouwstoffen meer nodig. 

Slide 16 - Drag question

Maak de onderstaande vragen

Slide 17 - Slide

Planteneters eten                                       . 
Hierbij komen de                                        in het lichaam van een dier terecht. Het dier kan deze organische stoffen gebruiken als                                       of                                       .
Bij de                                       komt energie. Water en 
                                       komt via de longen in de lucht.
koolstofdioxide
planten
voedingsstoffen
brandstoffen
bouwstoffen
verbranding

Slide 18 - Drag question

Alle voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Vet, koolhydraat en eiwit kan je gebruiken als beschermende stof.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Water is een brandstof
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Er zijn drie stoffen brandstoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Vet en koolhydraten zijn reserve stoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz


Slide 24 - Open question

Weet je het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingstoffen?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Ik weet de drie functies van voedingstoffen?
A
ik weet het niet
B
Het zijn reserve-, bouw- en beschermende stoffen
C
ik weet ze uit mijn hoofd
D
ik kan ze herkennen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide