H3.2 Metalen en zouten

H3.2 Metalen en zouten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3.2 Metalen en zouten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les
  • weet je de verschillende soorten roosters en hun eigenschappen
  • kan je geleiding op micro-niveau uitleggen
  • weet je hoe een zout ontstaat

Slide 2 - Slide

Metalen
  • In een metaal zitten positief geladen metaal kernen in een regelmatig patroon: Het metaalrooster.
  • Elektronen kunnen zich vrij in dit rooster bewegen. Dit zijn de vrije elektronen die zorgen voor elektrische geleiding (s).
  • De kracht die de elektronen en kernen bij elkaar houden is de metaalbinding. Deze is erg sterk (hoog smeltpunt)
  • In de vloeibare (l) fase zorgen de vrije elektronen en de metaalionen voor geleiding!



Slide 3 - Slide

Metaalrooster

Slide 4 - Slide

Metaal Wel of niet buigbaar?
Het patroon van het rooster verandert niet wanneer een metaal gebogen wordt. Daarom is een metaal buigbaar.

Metaal harder maken door atomen toe te voegen die kleiner of groter zijn --> niet meer verschuiven 

Slide 5 - Slide

Legering (tabel 9 Binas)
  • Twee verschillende metalen kunnen worden gemengd met elkaar. Er kan dan een legering of alliage ontstaan. Een legering heeft andere eigenschappen dan de afzonderlijke metalen. Voorbeelden zijn: brons, messing, staal, enz.

Slide 6 - Slide

Maak opgave 15
Klaar ?
Maak dan opgave 10 t/m 14

Slide 7 - Slide

Antwoord opgave 15

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 17
Klaar ?
Maak dan opgave 10 t/m 14

Slide 9 - Slide

Antwoord opdracht 17

Slide 10 - Slide

Zouten

Wat is een zout?

Slide 11 - Slide

Wat is een zout?
Een zout is een chemische verbinding opgebouwd uit ionen: Geladen deeltjes.


Een zout bestaat uit positieve metaalionen en negatieve niet-metaal ionen. 
Hoe groter de lading des te groter de aantrekkingskracht of de afstotende kracht:  Mg2+-ionen en O2−-ionen trekken elkaar dus sterker aan 
dan Na+-ionen en Cl-ionen, dus een hoger smelt/kookpunt.

Slide 12 - Slide

Maak vraag 21

Slide 13 - Slide

Antwoord vraag 21

Slide 14 - Slide

Vorming van ionen

Herhaling

Slide 15 - Slide

Vorming van ionen





Volgens de octetregel wil elk atoom 8 elektronen in de buitenste schil hebben. Natrium staat dus 1 elektron af en wordt Na+. Chloride neemt er 1 elektron op en Cl-. Hierdoor ontstaat een sterke ionbinding.


Slide 16 - Slide

Het zoutrooster/ionrooster

Slide 17 - Slide

Zoutrooster / ionrooster

Slide 18 - Slide

Zoutrooster/ionrooster
Een zoutrooster is oneindig


Er is geen begin of eind

Slide 19 - Slide

Zoutrooster
  • Hierdoor is de chemische formule van een zout een verhoudingsformule
  • Deze geeft de verhouding aan tussen de positieve en negatieve ionen in het rooster.
  • De ionen worden bij elkaar gehouden door de ionbinding of zoutbinding. Sterke binding-> smelten en koken bij hoge temperaturen.


Slide 20 - Slide

Geleidend vermogen
  • Om elektriciteit te kunnen geleiden moet de ionen kunnen bewegen (in een zout zijn namelijk geen vrije elektronen aanwezig, ze zitten vast in hun ionrooster).
  • Een zout kan alleen in de vloeibare fase elektriciteit geleiden. De ionen kunnen dan vrij bewegen.


Slide 21 - Slide

Zout Wel of niet buigbaar?
Het patroon van het rooster verandert wel wanneer een zout gebogen wordt. Daarom is een zout niet buigbaar.

+ ionen naast +ionen
- ionen naast - ionen
= Afstoting -> zout breekt

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten online:
Leer HS3.2 (blz. 76-79)
Maak de vragen 10 t/m 23 (blz. 80-81)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 23 - Slide