Start ex l&l Onderwerp hoofdgedachte doel en publiek

Start lezen en luisteren
Voorbereiding examen
Onderwerpen les van vandaag: doel, hoofdgedachte, publiek en onderwerp
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Start lezen en luisteren
Voorbereiding examen
Onderwerpen les van vandaag: doel, hoofdgedachte, publiek en onderwerp

Slide 1 - Slide

Toewerken naar
Centraal examen lezen en luisteren
Facet oefenexamens


Slide 2 - Slide

Onderdelen examen

Slide 3 - Slide

Stap 1
Teksten lezen/bekijken.

Basis van leesteksten kan je toepassen op luister- en kijkfragmenten.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Publiek:
Wat is een voorbeeld van een publiek?
A
alle jongeren tussen 12-18 jaar oud
B
alle voetballende volwassenen
C
muziekliefhebbers
D
mensen die van tuinieren houden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Voor welk publiek
is dit?
A
Volwassenen die interesse hebben in soaps
B
Volwassenen die geïnteresserd zijn in sport
C
Kinderen die interesse hebben in het nieuws
D
Volwassenen die het nieuws volgen

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel

Slide 11 - Slide

Wat is 'een doel'?
A
een doel is hoe je de toekomst ziet
B
een doel is waar je je aan moeten houden
C
een doel is hoe je om gaat met elkaar
D
Een doel maakt duidelijk wat je wilt bereiken

Slide 12 - Quiz

Welke van de onderstaande is een tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Doel bij teksten
Tekstdoelen:
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Amuseren
(betogen, beschouwen, aanzetten tot actie, opiniëren)

Slide 14 - Slide

Wat is het doel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren/instructie geven

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel ?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren/instructie geven

Slide 16 - Quiz


A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 17 - Quiz


A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide


A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 21 - Quiz

Hoofdgedachte
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd? Wat moet het publiek absoluut onthouden?


De hoofdgedachte is afhankelijk van het leestekstdoel. Bijvoorbeeld:
overtuigen: Wat is de mening waarvan de maker je wil overtuigen?
overhalen: Wat moet je doen? (Koop…, Kom…, Geef geld…)
informeren: Wat is het belangrijkste wat de maker over het onderwerp wil vertellen?





Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Meer teksten...

Slide 28 - Slide

Van je docent krijg je een tekst.

Slide 29 - Slide

Waar let je op bij het verkennen van deze tekst?

Slide 30 - Open question

Noem 6 tekstvormen

Slide 31 - Open question

Wat voor tekstvorm bekijk je nu?

Slide 32 - Open question

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 33 - Open question

Wat is het onderwerp van deze tekst?
Beschrijf kort en volledig waar de hele tekst over gaat.

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Noem 2 deelonderwerpen van deze tekst.

Slide 36 - Open question

Noem 4 tekstdoelen

Slide 37 - Open question

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Beschrijf in 1 zin wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 40 - Open question