3. Los verbos reflexivos

¡Buenos días!
Valencia
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

¡Buenos días!
Valencia

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
  • ¿qué vimos ayer?

  • Explicación verbos reflexivos

  • ¡A trabajar!
Valencia

Slide 2 - Slide

La hora
Zie tekstboek pag. 77

Slide 3 - Slide

La hora
  1. La hora OPDRACHT
  2. La hora OPDRACHT
  3. La hora OPDRACHT

Slide 4 - Slide

Los dias de la semana

Slide 5 - Mind map

14:20

Slide 6 - Mind map

Los verbos reflexivos
despertarse
levantarse
ducharse
acostarse
vestirse
lavarse
llamarse

Slide 7 - Slide

Los verbos reflexivos
Het zijn gewoon werkwoorden zoals je ze al kent +se.
Het stukje se dien je dus nog extra te vervoegen.

Slide 8 - Slide

levantarse ( yo)

Slide 9 - Open question

Verbos reflexivos

Slide 10 - Slide

Levantarse
Ducharse
Salir
Coger
Estudiar
Comenzar 
Comer
Tener
Regresar
Estudiar
Cenar 

Los verbos reflexivos 

Slide 11 - Slide

Verbos reflexivos

Slide 12 - Slide

Kortom:
Je haalt (se) even weg en vervoegt het werkwoord 
gewoon zoals je altijd al gedaan hebt! 
Je zorgt dat je me, te, se, nos, os, se nog toevoegt! 

LET OP: Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend maar in het Nederlands niet.
vb: levantarse (opstaan), llamarse (heten), despertarse (ie) (wakker worden) acostarse (ue) (naar bed gaan).
 Waarom staat er achter sommige werkwoorden (ie) of (ue)?

Slide 13 - Slide

Maak een samenvatting
Schrijf nu in je eigen woorden op wat je hebt geleerd over wederkerende werkwoorden. 
Schrijf dit op in de schrift.

Bijvoorbeeld:
Wat is een wederkerend werkwoord?
Hoe herken je een wederkerend werkwoord?
Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?

Klaar?
Maak de opdrachten op de volgende pagina's
in LessonUp.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Rellena con la forma correcta
1. Nosotros _________________(levantarse) a las siete y cuarto.
2. Yo siempre __________________(ducharse) a las siete y media.
3. ¿Cómo ____________________(llamarse) vosotros?
4. ¿A qué hora _____________________(despertarse) José?
5. Antes de comer ____________________(lavarse, tú) las manos.
6. Yo __________________(vestirse) para la fiesta.
7. Ese señor de ahí ____________________(llamarse) señor Lopez.
8. En las vacaciones de navidad mis padres ____________________(quedarse) en casa
Let op: sommige werkwoorden hebben ook nog een klinkerwisseling!

Slide 15 - Slide

Maak de vragen compleet.
Geef antwoord op de vragen van de vorige oefening. 

Slide 16 - Slide

Maak de tekst compleet door werkwoorden te vervoegen die bij de plaatjes horen. 

Slide 17 - Slide

Op de afbeeldingen zie je Ester. Welke werkwoorden ontbreken?

(vergeet de werkwoorden niet te vervoegen)

Slide 18 - Slide

A. Verbind de voornaamwoorden met de juiste personen. 

B. Maak het schema compleet. 


Slide 19 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in. 

Slide 20 - Slide

Verbind iedere vraag met twee mogelijke antwoorden. Vul het schema in. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video