la rutina diaria & verbos reflexivos

verbos reflexivos
in this class we will learn how to use the wederkerende werkwoorden in our RUTINA  DIARIA!!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

verbos reflexivos
in this class we will learn how to use the wederkerende werkwoorden in our RUTINA  DIARIA!!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

¿Qué haces por la mañana?
  • Ejercicio 1, página 70             Listen and read.
Click here

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verbos reflexivos
Waaraan herken je een wederkerend werkwoord?


Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?


eindigt op -se
-se eraf halen, daarna de uitgang eraf halen. 
Vervolgens me, te, se, nos, os, se ervoor zetten. 

Slide 5 - Slide

Los verbos reflexivos
Mira el video y apunta:
1. ¿Qué son verbos reflexivos?
2. ¿Cómo formas verbos reflexivos en español?
3. Apunta la traducción española a las siguientes verbos reflexivos:
Zich opmaken, nemen (van een drankje), naar bed gaan, opstaan, parfum opdoen, haren kammen, zich wassen, tanden poetsen, lachen, zich vervelen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

/ Me duermo
Me siento
Me acuesto
Ponerse
Me pongo

Slide 8 - Slide

me
te
se
despierto
despiertas
despierta
ducho
duchas
ducha

Slide 9 - Drag question

nos
os
se
despertamos
despertáis
despiertan
duchamos
ducháis
duchan

Slide 10 - Drag question

Verbos reflexivos

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het wederkerend werkwoorden staan:
- altijd voor het vervoegde werkwoord 
Me ducho con agua fría
Me quiero duchar
of
- direct achter de infinitief
Quiero ducharme con agua fría

Slide 13 - Slide

Otros verbos reflexivos:
  relajarse          concentrarse             cansarse                    aburrirse

   

Slide 14 - Slide

¿Cómo conjugas con: tú?

Slide 15 - Slide

¿Cómo conjugas con: él/ella/usted?

Slide 16 - Slide

¿Cómo conjugas con: nosotros?

Slide 17 - Slide

¿Cómo conjugas en: vosotros?

Slide 18 - Slide

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden) levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie), acostarse (ue) (naar bed gaan), vestirse(e/i) (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 19 - Slide

Evaluación
¿Qué verbos reflexivos conoces?
¿Cómo funtionan los verbos reflexivos?
¿Qué palabras relacionadas a la rutina diaria conoces?

Slide 20 - Slide

TP 3: ¿Es un tema fácil o difícil?

Slide 21 - Poll

Verbos reflexivos

Slide 22 - Slide

Vul de juiste vervoeging in:
Nosotros____(levantarse) a las siete y media.
A
levantamos
B
nos levantamos
C
levantáis
D
os levantamos

Slide 23 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in:

Yo siempre____(ducharse) a las ocho.
A
ducho
B
se ducho
C
me ducho
D
duchas

Slide 24 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in:
¿Como_________(llamarse) vosotros?

Slide 25 - Open question

Vul de juiste vervoeging in:
¿A qué hora____(despertarse) Juan?

Slide 26 - Open question

¡Practicamos!
Match the verb to the reflexive pronoun in the following slides...

...but be careful!

You need to pay close attention to the endings of the verbs:

me --> levantas / levanto / levanta
me levanto

Slide 27 - Slide

La rutina de Kiki
Ejercicio 5, p. 71

Read the texts and write the correct letter (or letters) for each one.

Ejemplo: 1) a

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

A que hora te levantas?

Slide 30 - Open question

Te duchas por la manana?

Slide 31 - Open question

Que te pones normalmente?

Slide 32 - Open question

A que hora te vas de casa?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Link

Ik begrijp de wederkerende werkwoorden...
A
Muy bien
B
Bien
C
Regular
D
Mal

Slide 35 - Quiz