H2.1 Moleculen en atomen

H2 Chemische reacties
§2.1 moleculen en atomen


1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Chemische reacties
§2.1 moleculen en atomen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Van druppel naar bolletjes naar moleculen naar atomen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Chemische reacties
Bij een chemische reactie onstaan er stoffen met andere eigenschappen dan die van de beginstoffen

Er onstaan dus andere soorten moleculen na een chemische reactie! Je hebt dus andere stoffen dan waarmee je begon.
B.V.   koolstof reageert met zuurstof en er ontstaat CO2

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaan moleculen
1 molecuul water bestaat uit nog kleinere deeltjes --> atomen!

Je ziet hier 1 molecuul water. 
Dat molecuul is opgebouwd uit 3 atomen (ieder bolletje is 1 atoom).

Iedere kleur is een ander soort atoom.
Je ziet dus 2 soorten atomen. 
2 keer een H (waterstof)
1 keer een O (zuurstof)

Iedere atoomsoort heeft een symbool (zie blz 178)

Slide 6 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Atomen

Slide 7 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Verbindingen: moleculen die bestaan uit meerdere verschillende soorten atomen noemen we verbindingen
Bijvoorbeeld:  CO2 (koolstofdioxide)
                CH4 (methaan)
Elementen: moleculen die bestaan uit 1 soort atomen
Bijvoorbeeld:O2 (zuurstof) en H2 (waterstof)




Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verbindingen vs elementen 

Slide 9 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Verbindingen vs elementen 

Slide 10 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Chemische reacties
Scheidingsmethode


Faseovergang


Chemische reactie!

Slide 11 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Chemische reacties
Scheidingsmethode


Faseovergang


Chemische reactie!

Slide 12 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Chemische reacties
Scheidingsmethode


Faseovergang


Chemische reactie!

Slide 13 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Chemische reacties
Scheidingsmethode


Faseovergang


Chemische reactie!

Slide 14 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een element ...
A
Bestaat uit 1 atoom
B
Bestaat uit 2 of meer atomen
C
Bestaat uit 1 atoomsoort
D
Bestaat uit 2 of meer atoomsoorten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Verbinding of element?
A
Verbinding
B
Element

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Verbinding of element?
A
Verbinding
B
Element

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen element?
A
zuurstof (02)
B
Koolstof(C)
C
Fosfor (P)
D
Het zijn allemaal elementen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een atoom:
A
ruim honderd soorten
B
meer dan 30 miljoen soorten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Moleculen bestaan uit atomen.
Welke antwoord is GEEN voorbeeld van een atoom.
A
aluminium
B
goud
C
zuurstof
D
water

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een atoom?
A
De bouwsteen van een molecuul
B
Iets dat uit 2 of meer moleculen bestaat

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

maken blz 44 en 45 opgave 1 tm 11

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Molecuulformule
 Een molecuulformule geeft aan welke atoomsoorten en hoeveel van elke atoomsoort in een molecuul voorkomt. Vaak staan de atomen op alfabetische volgorde

C6H12O6  (glucose)  -->  LET OP IS MAAR 1 MOLECUUL
In dit molecuul (verbinding) komen dus voor:
6 keer een C (koolstof)
12 keer een H (waterstof)
en 6 keer een O (zuurstof)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Geef de molecuulformule

Slide 25 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

systematische naam
Een molecuulformule kun je omzetten naar een SYSTEMATISCHE NAAM.

3 afspraken:

1: eerste atoomsoort krijgt eigen naam
2: tweede atoomsoort krijgt uitgang -ide (zie blz. 61 tabel 4)
3: per atoomsoort geef je de aantallen aan met een Grieks telwoord ( zie blz 61 tabel 5)

Slide 26 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding

Voorbeelden systematische naam:
P2O5
H2O

Let op als de 1e atoomsoort 1 is hoef je dit niet te benoemen!


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Maken 1 tm 5

Slide 28 - Slide

Atomen 
aangeven met letters
atoombinding