spelling - bijvoeglijke naamwoorden 2

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (trots) vader

Slide 2 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
een (feestelijk) ontvangst

Slide 3 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (ruw) diamant

Slide 4 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
een (satijn) kussensloop

Slide 5 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
een (saamhorig) gevoel

Slide 6 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (vluchten) crimineel

Slide 7 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (spotten) vogels

Slide 8 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (aardig) buurman

Slide 9 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
een (hout) huis

Slide 10 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
het (bruin) jasje

Slide 11 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
de (suf) hobby

Slide 12 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
het (verbreden) fietspad

Slide 13 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
deftig

Slide 14 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
taai

Slide 15 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
gaaf

Slide 16 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
verdwaasd

Slide 17 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
kostbaar

Slide 18 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
ziek

Slide 19 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
luxe

Slide 20 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
triest

Slide 21 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
wreed

Slide 22 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
milieubewust

Slide 23 - Open question

Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
tragisch

Slide 24 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Het lijkt alsof mijn opa en oma elkaar elk jaar (lief) gaan vinden.

Slide 25 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Volgens mij is het winnen van een (goud) medaille de (fantastisch) ervaring ooit.

Slide 26 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

De omzet van het bedrijf was dit jaar (hoog) dan het (schamel) bedrag van vorig jaar.

Slide 27 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

De Consumentenbond wijst Hornbach aan als de (goedkoop) bouwmarkt van Nederland.

Slide 28 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Hoe (schaars) de ruimte, hoe (duur) een parkeervergunning, blijkt uit onderzoek.

Slide 29 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Van al die mannen ziet die man met het (rood) haar er het (breed), (gemeen) en (gevaarlijk) uit.

Slide 30 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Door de komst van elektrische fietsen gebeuren er (veel) verkeersongelukken dan vroeger.

Slide 31 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

De koning scoort (goed) dan ooit: hij is volgens veel het (geloofwaardig) staatshoofd van Europa.

Slide 32 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Valentino Rossi is een van de (legendarisch) MotoGP-coureurs aller tijden.

Slide 33 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

'Hoe (oud) ik word, hoe (nutteloos) ik me voel', verzuchtte mijn opa.

Slide 34 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

Een (heet) dag met (fel) zon betekent goed insmeren! Niets (vervelend) dan een (verbranden) huid.

Slide 35 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.

De bejaarde man heeft een (breken) arm, een (verbrijzelen) voet en een (kneuzen) sleutelbeen aan zijn val overhouden. De (veel) pijn heeft hij aan zijn arm.

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide