This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (trots) vader
Slide 2 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: een (feestelijk) ontvangst
Slide 3 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (ruw) diamant
Slide 4 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: een (satijn) kussensloop
Slide 5 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: een (saamhorig) gevoel
Slide 6 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (vluchten) crimineel
Slide 7 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (spotten) vogels
Slide 8 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (aardig) buurman
Slide 9 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: een (hout) huis
Slide 10 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: het (bruin) jasje
Slide 11 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: de (suf) hobby
Slide 12 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: het (verbreden) fietspad
Slide 13 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: deftig
Slide 14 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: taai
Slide 15 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: gaaf
Slide 16 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: verdwaasd
Slide 17 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: kostbaar
Slide 18 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: ziek
Slide 19 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: luxe
Slide 20 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: triest
Slide 21 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: wreed
Slide 22 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: milieubewust
Slide 23 - Open question
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: tragisch
Slide 24 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Het lijkt alsof mijn opa en oma elkaar elk jaar (lief) gaan vinden.
Slide 25 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Volgens mij is het winnen van een (goud) medaille de (fantastisch) ervaring ooit.
Slide 26 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
De omzet van het bedrijf was dit jaar (hoog) dan het (schamel) bedrag van vorig jaar.
Slide 27 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
De Consumentenbond wijst Hornbach aan als de (goedkoop) bouwmarkt van Nederland.
Slide 28 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Hoe (schaars) de ruimte, hoe (duur) een parkeervergunning, blijkt uit onderzoek.
Slide 29 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Van al die mannen ziet die man met het (rood) haar er het (breed), (gemeen) en (gevaarlijk) uit.
Slide 30 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Door de komst van elektrische fietsen gebeuren er (veel) verkeersongelukken dan vroeger.
Slide 31 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
De koning scoort (goed) dan ooit: hij is volgens veel het (geloofwaardig) staatshoofd van Europa.
Slide 32 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Valentino Rossi is een van de (legendarisch) MotoGP-coureurs aller tijden.
Slide 33 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
'Hoe (oud) ik word, hoe (nutteloos) ik me voel', verzuchtte mijn opa.
Slide 34 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
Een (heet) dag met (fel) zon betekent goed insmeren! Niets (vervelend) dan een (verbranden) huid.
Slide 35 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de stellende, vergrotende of overtreffende trap.
De bejaarde man heeft een (breken) arm, een (verbrijzelen) voet en een (kneuzen) sleutelbeen aan zijn val overhouden. De (veel) pijn heeft hij aan zijn arm.