les 4 blink

Les 4 aardrijkskunde
In deze les leren we over: emigreren en migreren. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 4 aardrijkskunde
In deze les leren we over: emigreren en migreren. 

Slide 1 - Slide

Als je gaat verhuizen noem je dat migreren. 
Emigreren
Immigreren

Slide 2 - Slide

Emigreren = verhuizen naar een ander land

Slide 3 - Slide

Veel mensen emigreren naar Australië en Canada

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ander land       Nederland
Immigreren 

Slide 6 - Slide


Immigreren


"Als mensen uit andere landen in Nederland komen wonen"

in-migrant


Slide 7 - Slide

Waarom immigreren mensen naar Nederland?

Slide 8 - Slide

Ezelsbruggetje:
Immigreren = In Nederland komen wonen
Emigreren = Eruit naar een ander land

Slide 9 - Slide

De quiz!!

Slide 10 - Slide

Wat is emigreren?
A
Verhuizen naar een andere stad.
B
Van het buitenland in 'ons' land komen wonen.
C
Verhuizen naar een ander land.
D
Verhuizen naar een andere provincie.

Slide 11 - Quiz

Wat is emigreren?
A
Verhuizen naar Nederland toe
B
Naar een ander land verhuizen (uit NL)
C
Vluchten

Slide 12 - Quiz

Wat is immigreren?
A
dat je al heel lang in je vaderland woont
B
dat je door veel landen reist
C
dat je kort naar een ander land gaat
D
dat je in een land komt wonen

Slide 13 - Quiz

Welke horen bij immigreren naar Nederland?
A
In Frankrijk kan ik mijn boerenbedrijf laten groeien
B
De Nederlandse regering vroeg ons om in Nederland te komen werken
C
Ik heb een baan in Londen gekregen en wil daar ook gaan wonen
D
Toen Suriname onafhankelijk werd, konden we naar Nederland

Slide 14 - Quiz

Soms gaat eerst de vader of moeder verhuizen naar het buitenland om werk te zoeken. Als dit is gelukt volgt de rest van de familie. Hoe heet dit?
A
Gezinshereniging
B
Emigreren
C
Migreren
D
Immigreren

Slide 15 - Quiz

Wat is een metropool?

Slide 16 - Open question

Welke voorziening horen heb je vaak niet in het dorp?
A
school
B
supermarkt
C
kerk
D
bioscoop

Slide 17 - Quiz

Wat zijn gevolgen van het sluiten van een school?

Slide 18 - Open question