• Een vloeistofthermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis met een schaalverdeling.
• De vloeistof in de thermometer zet uit als hij verwarmd wordt. Hierdoor stijgt het niveau in de stijgbuis. Als de temperatuur van de vloeistof daalt, krimpt de vloeistof en daalt het vloeistofniveau.
• De schaalverdeling op een thermometer maak je als volgt:
– Neem als nulpunt (0 °C) het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van smeltend ijs.
– Neem als honderdpunt (100 °C) het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van kokend water.
– Verdeel de afstand tussen deze twee punten met streepjes in tien gelijke delen. Tussen de streepjes zit dan telkens een verschil van 10 °C.