WRE 2AHA - Schrijven en Formuleren - Variatie in woordgebruik

Welkom 2AHA!
Nederlandse les - 30 oktober 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Zitten volgens plattegrond
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 2AHA!
Nederlandse les - 30 oktober 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Zitten volgens plattegrond

Slide 1 - Slide



  1. Lesdoelen
  2. Instapopdracht
  3. §2 Variatie in woordgebruik
  4. Uitleg
  5. Oefening
  6. Zelfstandig werken
  7. Afsluiting
PLANNING

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
  • Kun je synoniemen en verwijswoorden gebruiken om te variëren in woordgebruik.

Slide 3 - Slide

Drieminutentest
Je hebt drie minuten voor deze test.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Uitlegfilmpje!

Slide 7 - Slide

Zo kun je herhaalde woorden in je tekst vervangen:
  • Gebruik synoniemen. Dat zijn woorden met dezelfde betekenis: asiel – dierenopvang. 
  • Gebruik woorden die ongeveer hetzelfde betekenen: hondjes – viervoeters – beestjes.
  • Gebruik verwijswoorden, zoals die, dat, hij, hem, het, zij, ze , haar, hen, hun, er, daar.
  • Laat het herhaalde woord zo mogelijk weg.



Variatie in woordgebruik

Slide 8 - Slide

Wat zijn synoniemen? Of wat doet een synoniem?
A
Zelfde woord, maar betekent iets anders
B
Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
C
Een ander woord met dezelfde of soortgelijke betekenis
D
Het tegenovergestelde van een woord

Slide 9 - Quiz

effect
selecteren
aspect
promotie
gevolg
uitkiezen
onderdeel
reclame

Slide 10 - Drag question

Synoniem

Bedenk twee woorden die synoniem zijn van elkaar.

Slide 11 - Open question

Schrijf een verhaaltje van ongeveer 50 woorden over je herfstvakantie. Varieer in je woordgebruik.
timer
5:00

Slide 12 - Open question

Zelfstandig werken
Wat: opdracht 1 en 2 blz. 236-237 (havo en vwo)
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie op blz. 236
Tijd: tot de laatste vijf minuten van de les
Klaar: oefen in de online trainer met §2 van Formuleren

Slide 13 - Slide