Niels Regeling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg

*geeft impulsen door van hersenen naar de rest en andersom

Zenuwen

De hersenen

Grote hersenen: gaat over waarnemen en bewegen. Ze verwerken veel impulsen die van je zintuigen af komen en word je je bewust van een prikkel. 

Kleine hersenen: coördineren van bewegingen.

Hersenstam: verbinding tussen ruggemerg en hersenen

zenuwcellen

gevoelszenuwcellen: van zintuig naar CZS (een bundel noem je een gevoelszenuw)

bewegingszenuwcellen: CZS naar spier/klier (een bundel noem je een bewegingszenuw)

schakelzenuwcellen: binnen het CZS (een bundel noem je een gemengde zenuw)

Hersencentra (grote hersenen)

Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar: de hersencentra.

1.  Gevoelscentra: ontvangen informatie van zintuigen.
2. Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.
   

Prikkels 

BS 5: De weg die impulsen afleggen 

B

5.3

Volgorde van een

 impuls

-Prikkel (een wesp gaat op je hand zitten)

-Zintuig (in dit geval je huid)

-Impuls (elektrisch signaal) 

-Gevoelszenuwcel(groen)

-Schakelcel(geel)

Bewustworden in de hersenen

-Schakelcel(geel)

-Bewegingszenuwcel(blauw)

-Spier

Bewuste reacties

• De impulsen gaan langs de hersenen en worden daar verwerkt
• Dit is wat anders dan bewust zijn
• Sommige bewuste reacties denk je niet over na
• Dat doen je hersenen zelf

Reflex (en reflexboog)

Je kunt een reflexboog beschrijven. 

Reflex

• Impulsen gaan niet via de hersenen.
• Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel.

Voorbeeld: pupilreflex, kniepeesreflex, hete kraan.

0

BS 6: Het Hormoonstelsel 

Hormonen

Een hormoon:

• is een regelstofje
• wordt afgegeven aan je bloed
• is trager van werking omdat het in je hele lichaam wordt  opgenomen
• is voor langdurige reacties (puberteit)
• is specifiek op een deel van je lichaam

Hormoonstelsel

Hormonen regelen groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting