H1.2 Onvrede in de Nederlanden, centraal bestuur en verzet

Tijd van ontdekkers en hervormers



       Hoofdstuk 1.2
Onvrede in de Nederlanden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van ontdekkers en hervormers



       Hoofdstuk 1.2
Onvrede in de Nederlanden

Slide 1 - Slide

1500-1600: Ontdekkers&Hervormers

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:

- Leren hoe de bestuurlijke situatie was in de Nederlanden rond 1520 en wat Karel de 5e daaraan wilde veranderen.


- We leren waarom de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.



Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
-Zelfstandige les: Werk de lessonup door, neem de aantekeningen over en maak de opdrachten in het werkboek.
-Terugblik
Lezen: boek: blz. 26-27
-Maken: boek: opdr. 1 t/m 8 (huiswerk)

Slide 4 - Slide

Even terugblikken :)

Slide 5 - Slide

Is de kritiek van Luther een oorzaak of gevolg van de hervorming?
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 6 - Quiz

Wat bedoelen we met de hervorming?
A
het bestormen van de kerken
B
verandering van de katholieke kerk
C
de handel in aflaten
D
de opstand van Willem van Oranje

Slide 7 - Quiz

Tijdens de periode van de Hervorming werd de katholieke kerk afgeschaft.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor Hervorming is .....
A
Protestanten
B
Centralisatie
C
Reformatie
D
Particularisme

Slide 9 - Quiz

Pak je boek , blz. 25 t/m 29
Maak opdr 1 t/m 3
Lees de leertekst (blz. 26-27)
Maak opdr. 4 t/m 8

Klaar?
Maak een samenvatting van de leertekst (blz. 26-27) in jouw schrift.

Slide 10 - Slide

Afsluiting
Maak de volgende quizvragen:

Slide 11 - Slide

een stadhouder
A
bestuurt een stad
B
bestuurt de Nederlanden
C
bestuurt een gewest namens de vorst
D
bestuurt een provincie

Slide 12 - Quiz

Karel V en Filips II wilden een centraal bestuur invoeren.
Wat past het best bij de situatie in de Nederlanden in de tijd vóór Karel V?
A
Edelen en burgers hadden in hun eigen gebied veel macht
B
Wetten waren overal gelijk
C
Belastingen waren overal gelijk
D
Er was een koning die vertelde wat edelen en burgers moesten doen

Slide 13 - Quiz

Wat is een landvoogd?
A
Plaatsvervanger van de Spaanse koning van Nederland
B
Plaatsvervanger van de Nederlandse koning van Spanje
C
Plaatsvervanger van de Italiaanse koning van Duitsland
D
Plaatsvervanger van de Duitse koning van Rusland

Slide 14 - Quiz

Filips II versterkte het centrale bestuur over de Nederlanden.
Dit was een oorzaak/ gevolg

van de onvrede onder de bevolking.
A
Oorzaak.
B
Gevolg.

Slide 15 - Quiz

Stelling: de adel en de kerk waren voor een centraal bestuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Wat past niet bij het centraal bestuur in de Nederlanden?
A
Wetten die in het hele land gelden.
B
Een landvoogd hielp de koning bij het bestuur.
C
De rol van de adel in het bestuur werd groter
D
Vaste belastingen overal

Slide 17 - Quiz

Waarom waren edelen en burgers ontevreden over het bewind van Filips II?
Drie goede antwoorden.

A
De edelen verzetten zich tegen de steeds verder gaande centralisatie van het bestuur, waardoor zij minder te vertellen kregen.
B
De adel en de burgerij vonden dat Filips II veel harder moest optreden tegen de wrede invallen van de watergeuzen.
C
Er was veel woede over de meedogenloze manier waarop Filips II de Nederlandse calvinisten liet vervolgen.
D
De burgers waren boos over de hogere belastingen die Filips II hen liet betalen om zijn oorlogen te bekostigen.

Slide 18 - Quiz

Karel V of Filips II

Centraal bestuur
A
Karel V
B
Filips II
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 19 - Quiz

Welke zin past niet bij het centraal bestuur?
A
Ambtenaren helpen de heerser bij het bestuur.
B
De koning reist niet meer rond om zijn gebieden te controleren.
C
De adel helpt de koning bij het bestuur van zijn gebieden.
D
Steden hebben eigen regels en wetten.

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
H1.2 opdr. 1 t/m 8

Slide 21 - Slide

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open question